Diversiteit

SLO heeft conceptkerndoelen gepubliceerd voor het nieuwe leergebied burgerschap. Dit leergebied valt uiteen in drie domeinen:

A. Schoolcultuur
B. Samenleving en democratie
C. Maatschappelijke vraagstukken

Het thema diversiteit komt aan de orde in domein B (Samenleving en democratie). Het thema past bij het conceptkerndoel ‘De leerling handelt respectvol vanuit kennis over een diverse samenleving’.

Binnen dit thema verwerven leerlingen kennis over hoe de Nederlandse Grondwet diversiteit in geloofs- en levensovertuiging, politieke voorkeur, afkomst, gender, seksuele oriëntatie en beperkingen beschermt. Er worden situaties besproken die mogelijk racistisch, discriminerend of stereotyperend van aard zijn. Leerlingen reflecteren op de eigen offline en online identiteit in relatie tot anderen en leren rekening te houden met de ervaringen en perspectieven van anderen.

De conceptkerndoelen gelden voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Aanvullend zullen er functionele conceptkerndoelen burgerschap verschijnen, voor leerlingen die zeer moeilijk lerend zijn of een meervoudige beperking hebben en uitstromen naar arbeidsmarkt en dagbesteding.

Deze pagina biedt momenteel informatie over de conceptkerndoelen burgerschap en wordt aangevuld met informatie over de functionele conceptkerndoelen burgerschap zodra deze gepubliceerd zijn.

Wat houdt het in?

Diversiteit houdt verscheidenheid in. De maatschappij kenmerkt zich onder andere door het samenleven van mensen met verschillende achtergronden, oriëntaties en mogelijkheden. (bron: SLO conceptkerndoelen)
Uitgangspunt van een democratische samenleving is dat iedereen voor de wet gelijk is. Gelijkwaardigheid en gelijke behandeling moeten worden bevorderd. De rechtsstaat vormt de grondslag voor een vrije, diverse samenleving waarin mensen met verschillende sociaaleconomische, levensbeschouwelijke, religieuze en culturele achtergronden, fysieke en mentale mogelijkheden, politieke- en seksuele oriëntaties en expressies van gender gelijkwaardig kunnen samenleven. (bron: SLO burgerkaartenspel)
Leerlingen ontwikkelen inzicht in overeenkomsten en verschillen in achtergronden, mogelijkheden en oriëntaties en gaan daarover in gesprek. De gelijkheid van mensen, zoals vastgelegd in Artikel 1 van de Grondwet, biedt hiervoor het kader.

De school dient als oefenplaats voor het omgaan met diversiteit en inclusie. Om hier vorm aan te geven, betrekt de school hier de omgeving bij. Leerlingen leren over en ontmoeten mensen met andere achtergronden, mogelijkheden en oriëntaties dan hen vertrouwd zijn. Dit biedt kansen om het empathisch vermogen te versterken.

Waar valt aan te denken bij het thema diversiteit?

  • Het uitbeelden van verschillende gewoonten vanuit huis, zonder in stereotypering te vallen.
  • Het lezen van nieuwsbegrip, jeugdliteratuur en teksten in digitale media waarin verschillende identiteiten en perspectieven naar voren komen en hier gesprekken over voeren.
  • Het formuleren van vragen om de ander beter te leren kennen.
  • Het geven van een autobiografische presentatie.
  • Een dialoog voeren over vooroordelen en discriminatie, bijvoorbeeld aan de hand van stellingen of praatkaarten.
  • Het uitvoeren van een fotoproject om bepaalde diversiteit in beeld te brengen.

(Bron (met uitzondering van de laatste bullet): SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024)

Sociaal-emotioneel leren

Sommige scholen zijn van mening dat zij het burgerschapsonderwijs al goed hebben verankerd binnen hun school omdat ze een leerlijn sociale- emotionele ontwikkeling hebben. Dat er een relatie is met burgerschapsontwikkeling staat vast, maar burgerschapsvorming vraagt meer dan een programma voor sociaal-emotioneel leren (SEL). Je doet de burgerschapsvorming van leerlingen tekort als je het gelijk aan elkaar stelt. Hessel Nieuwelink, lector burgerschapsonderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam, dook in de relatie tussen SEL en burgerschap en kwam tot verrassende inzichten die gebundeld zijn in het werk met de niet-zo-verrassende titel: Burgerschap en sociaal-emotioneel leren: de overeenkomsten en verschillen.

Ga naar Burgerschap en sociaal-emotioneel leren

Kennis en vaardigheden – speciaal onderwijs

Het conceptkerndoel over diversiteit sluit aan bij de bouwsteen ‘diversiteit’ die in een eerder stadium ontwikkeld is. In de bouwstenen werden per ‘bouw’ leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl. Dit overzicht is handig bij het formuleren van een doorgaande leerlijn burgerschap. De hieronder geformuleerde leerdoelen sluiten overigens niet altijd volledig aan bij het conceptkerndoel diversiteit, omdat ze in een eerdere fase zijn ontwikkeld.

Onderbouw

In de onderbouw verkennen leerlingen spelenderwijs verschillende aspecten van hun identiteit in relatie tot de ander. Naarmate ze zich meer bewust worden van zichzelf, op andere plekken komen en zich gaan spiegelen aan rolmodellen, nemen ze bewust of onbewust verschillen waar, zoals culturele achtergronden en fysieke kenmerken. Ze leren en begrijpen dat er overeenkomsten en verschillen zijn.

Leerlingen leren:

  • de primaire emoties met de bijbehorende lichaamstaal van een ander te herkennen en benoemen;
  • de grenzen (emotioneel en fysiek) van de ander te herkennen en daar rekening mee te houden;
  • fysieke kenmerken van zichzelf te benoemen en te vergelijken met die van de ander;
  • over vriendschap en verliefdheid;
  • de eigen gezinssituatie en thuiscultuur of –culturen te vergelijken met die van een ander;
  • woorden te geven aan wat de ander doet en wil en daarin overeenkomsten en verschillen te ontdekken;
  • samen en/of met hulp van anderen onderlinge conflicten vreedzaam op te lossen.

Bovenbouw

In de bovenbouw leren leerlingen zich verder te verplaatsen in klasgenoten en andere mensen in hun sociale omgeving. Ze spiegelen zich aan andere rolmodellen in media en identificeren zich hiermee. Op school verdiepen ze zich in de overeenkomsten en verschillen tussen mensen die andere achtergronden, mogelijkheden en oriëntaties hebben.

Leerlingen leren:

  • hoofdzaken over religieuze en levensbeschouwelijke stromingen en culturele tradities en gebruiken die in onze diverse samenleving een rol spelen;
  • over seksualiteit, verschillende seksuele oriëntaties en expressies van gender;
  • de grenzen (emotioneel, fysiek en seksueel) van anderen herkennen en daar rekening mee te houden;
  • de secundaire emoties van de ander te herkennen en te benoemen en te anticiperen op reacties van anderen op het eigen handelen;
  • uit te wisselen wat gedeelde en verschillende waarden, overtuigingen, idealen en toekomstverwachtingen zijn;
  • overeenkomsten en verschillen tussen mensen te herkennen, te benoemen en in aanzet te verklaren; hoe groepsgedrag en (sociale) media de houdingen en het gedrag van klasgenoten mede kunnen verklaren.

(bron: SLO bouwstenen burgerschap)

Kennis en vaardigheden – voortgezet speciaal onderwijs

Onderbouw

In de onderbouw verdiepen leerlingen zich in de identiteit van de ander. Door het ontmoeten van de ander en een dialoog aan te gaan over onderwerpen waarover verschillend kan worden gedacht, ontwikkelen leerlingen inzicht in en respect voor andere opvattingen en manieren om in het leven te staan.

Leerlingen leren:

  • over het ontstaan van een diverse samenleving in Nederland in de context van een globaliserende wereld;
  • over aspecten van de emancipatie van verschillende groepen mensen door de geschiedenis heen;
  • hoofdzaken over religieuze en levensbeschouwelijke stromingen in Nederland en de wereld;
  • rekening te houden de grenzen van anderen en die op basis van gemaakte afspraken actief te helpen bewaken;
  • zich binnen hun mogelijkheden in de beleving en het perspectief van de ander te verplaatsen;
  • rekening te houden met het welbevinden van anderen en hun overwegingen en gedrag, inclusief hun taaluitingen, gericht aan sociale situaties aan te passen;
  • te herkennen waar beperkingen liggen in de communicatie met anderen en te zoeken naar mogelijk- heden om daarop te handelen;
  • overeenkomsten en verschillen in waarden en overtuigingen te herkennen, te bespreken en te wegen; verschillen van inzicht te onderzoeken als verschillende claims op waarheid en deze zo nodig naast elkaar kunnen laten bestaan;
  • rekening te houden met de idealen en toekomstverwachtingen van anderen;
  • hoe groepsgedrag en (sociale) media de houdingen en het gedrag van peers en groepen in de publieke ruimte mede kunnen verklaren.

Bovenbouw

Voor leerlingen in de bovenbouw verdient het aanbeveling om de leerlijn burgerschap voort te zetten en waar mogelijk te koppelen aan beroepsprofielen, (profiel)vakken en loopbaanoriëntatie en (beroeps)begeleiding (LOB). Dat daarbij in de uitwerking en uitvoering gedifferentieerd kan worden naar leeftijd, ontwikkeling en mogelijkheden van (groepen) leerlingen, is evident.

Een en ander leidt tot de volgende aanbevelingen:

  • Geef vraagstukken rond diversiteit en inclusie een plek in examenprogramma’s voor vakken of leergebieden.
  • Laat leerlingen oefenen om gewogen standpunten in te nemen over diversiteitsvraagstukken in relatie tot het eigen leven en de mogelijke spanningsverhouding tussen individuele identiteit(en) en collectieve identiteit(en).
  • Betrek diversiteitsvraagstukken actief op de mondiale thema’s globalisering, duurzaamheid en gezondheid en laat leerlingen deze in relatie tot elkaar op morele en ethische dimensies onderzoeken.
  • Laat leerlingen nadenken over de mate waarin vraagstukken van diversiteit te maken hebben en mogelijk zullen hebben met hun eigen carrièreperspectieven en de te kiezen vervolgopleiding.
  • Laat leerlingen reflecteren op cultureel bepaalde normen en waarden rond gender en seksualiteit in Nederland en in de wereld. Laat hen nadenken over de mogelijkheid en de wenselijkheid om seksuele en reproductieve gezondheid én rechten in de wereld te effectueren.
  • Daag leerlingen uit om de denk- en ervaringswereld van mensen met andere overtuigingen, mogelijkheden en effectieve rechten vanuit hun context te verstaan;
  • Laat hen de overeenkomsten en verschillen tussen waarden, (geloofs-)overtuigingen en cultureel bepaalde uitdrukkingsvormen en levenswijzen van de eigen en andere groepen en verschillen daartussen analyseren.

Voor meer informatie over de aanbevelingen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs verwijzen wij door naar bijlage 4 van de Handleiding Burgerschap Funderend Onderwijs.

(bron: SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap.

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze (les)materialen:

Overzicht aanbieders lesmateriaal

Op onze website vind je per thema een overzicht van aanbieders van lesmateriaal: lesmateriaal burgerschap primair onderwijs

Kalenders

Vakportalen burgerschap (so en vso) – SLO

Op de websites Vakportaal burgerschap (so) en Vakportaal burgerschap (vso)  van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over diversiteit vind je onder meer bij de thema’s: burgerschap (specifiek), burgerschap (geïntegreerd), wereldburgerschap, sociale veiligheid en conflicthantering, identiteit en diversiteit.

NPO Kennis

NPO Kennis is een kennisplatform met explainers en informatieve story’s over onderwerpen die jongeren bezighouden. Bekijk bijvoorbeeld de collectie over:

Blijf op de hoogte!

Schrijf je net als 7200 andere
onderwijsprofessionals in voor
onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*