Democratische waarden

SLO heeft conceptkerndoelen gepubliceerd voor het nieuwe leergebied burgerschap. Dit leergebied valt uiteen in drie domeinen:

A. Schoolcultuur
B. Samenleving en democratie
C. Maatschappelijke vraagstukken

Het thema democratische waarden komt aan de orde in  domein B (Samenleving en democratie). Het thema past bij het conceptkerndoel ‘De leerling geeft aan hoe diens handelen verbonden is met democratische waarden’.

Binnen dit thema verwerven leerlingen kennis over de ontwikkeling en betekenis en van de democratische waarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Ze leren over het belang van de Nederlandse Grondwet en verschillende mensenrechtenverdragen voor de bescherming van deze waarden. Daarnaast verkennen leerlingen de grenzen van de democratische waarden en wat rechtvaardigheid en verantwoordelijk handelen voor hen betekenen. Ze leren af te wegen hoe het eigen handelen effect heeft op de omgeving en het welzijn van anderen, nu en in de toekomst. Deze verkenning en afweging vindt plaats op basis van verschillende ethische en morele perspectieven. Daarnaast reflecteren ze op de effecten van het eigen handelen op de omgeving en het welzijn van anderen, nu en in de toekomst.

De conceptkerndoelen gelden voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Aanvullend zullen er functionele conceptkerndoelen burgerschap verschijnen, voor leerlingen die zeer moeilijk lerend zijn of een meervoudige beperking hebben en uitstromen naar arbeidsmarkt en dagbesteding.

Deze pagina biedt momenteel informatie over de conceptkerndoelen burgerschap en wordt aangevuld met informatie over de functionele conceptkerndoelen burgerschap zodra deze gepubliceerd zijn.

Wat houdt het in?

Aan onze democratische rechtsstaat liggen historisch drie basiswaarden ten grondslag: vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Nadenken over de betekenis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en jezelf daartoe leren te verhouden is een taak van burgerschapsonderwijs. Wat deze waarden precies betekenen en hoe ze zich tot elkaar verhouden is voor meerdere uitleg vatbaar en onderwerp van discussie. (bron: SLO Conceptkerndoelen)

Vrijheid             Gelijk(waardig)heid  Solidariteit 
Afwezigheid van dwang (negatieve vrijheid), dan wel het vermogen jezelf volledig te ontplooien zonder anderen daarbij in hun vrijheid te beperken (positieve vrijheid). Gelijkheid: het principe dat mensen in gelijke gevallen gelijk worden behandeld (gelijkheid voor de wet), of de situatie dat iedereen gelijke toegang heeft tot kennis, macht en middelen.

Gelijkwaardigheid: situatie waarin mensen niet alleen gelijk zijn voor de wet, maar in al hun verscheidenheid door anderen met gelijke waardigheid worden behandeld.

Gevoel van verbondenheid, saamhorigheid en ondersteuning tussen individuen, groepen of gemeenschappen en concrete acties om anderen te helpen en bij te dragen aan het welzijn van de samenleving als geheel.

Leerlingen groeien op in en door een democratische cultuur waarin zij vrij zijn om fundamenteel met elkaar van mening te verschillen. Leerlingen leren over en van ervaringen met de basiswaarden die ten grondslag liggen aan de democratische rechtsstaat, zoals deze staan in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind. Ook leren zij van ervaringen met de rechten en plichten die hieruit voortvloeien.
Over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en hun verhouding tot elkaar is debat. Daarbij kunnen grondrechten met elkaar botsen. Ook over het functioneren van de democratie en de rechtsstaat bestaat verschil van mening.

In de bovenstaande video van de Universiteit van Nederland geeft Ingrid Leijten (hoogleraar Nederlands en Europees constitutioneel recht aan Tilburg University) een les over onze grondrechten en het belang van de Nederlandse Grondwet.

Waar valt aan te denken bij democratische waarden?

Het maken van een muurkrant over kinderrechten.

  • Vanuit verschillende ethische theorieën, zoals deugdenethiekplichtethiekgevolgenethiek en zorgethiek, de waarde solidariteit verkennen.
  • Het onderzoeken van situaties in heden en verleden, hier of elders, waarin de rechtsstaat tekort schiet of schoot.
  • Het maken van een film over waarom AI rechten zou moeten hebben binnen een democratie.
  • Aan de hand van beelden met verschillende perspectieven met leerlingen filosoferen over de democratische waarden.
  • Leerlingen die in gesprek gaan met gastsprekers bij wie vrijheid in het geding is geweest.
  • Het opkomen voor vrijheid en tegen onrechtvaardigheid, bijvoorbeeld door het schrijven van een brief.
  • Het verbinden van online en offline omgangsvormen in de klas en op school met democratische waarden.

In havo/vwo 3 (voortgezet speciaal onderwijs, uitstroomprofiel onderwijs)

  • Leerlingen een script laten schrijven voor een theaterstuk of musical gerelateerd aan de democratische waarden.

(bron (met uitzondering van de links): SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024)

Kennis en vaardigheden – speciaal onderwijs

Het conceptkerndoel over democratische waarden sluit aan bij de bouwsteen ‘Vrijheid en Gelijkheid’ die in een eerder stadium ontwikkeld is. In de bouwstenen werden per ‘bouw’  leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl. Dit overzicht is handig bij het formuleren van een doorgaande leerlijn burgerschap. De hieronder geformuleerde leerdoelen sluiten overigens niet altijd volledig aan bij het conceptkerndoel over democratische waarden, omdat ze in een eerdere fase zijn ontwikkeld.

Onderbouw

Onderbouwleerlingen ervaren dat er in de omgang tussen mensen regels en afspraken bestaan over hoe met elkaar en met spullen om te gaan. Ze ontwikkelen inzicht in het belang van regels en afspraken om op een prettige manier samen te zijn. De eigen vrijheid is begrensd door de vrijheid van de ander: iedereen heeft dezelfde rechten. Ze ervaren wat het is om deel uit te maken van groepen en dat overeenkomsten en verschillen binnen groepen een rol spelen. In het samen spelen leren ze te geven en te nemen, partij te kiezen en er ontstaan gevoelens van empathie en solidariteit. Ze beseffen dat zij of anderen soms ongelijkwaardig behandeld worden.

Leerlingen leren:

  • het belang van regels in de klas en op school voor spelen en samenwerken;
  • leefregels en afspraken thuis en in de omgeving te benoemen en te vergelijken;
  • dat ze vrijheid hebben in het maken van keuzes, rekening houdend met de keuzes van medeleerlingen en de geldende afspraken in de klas; dat iedereen rechten en plichten heeft;
  • eenvoudige taken en problemen uit te voeren of op te lossen met respect voor de afspraken die onderling gemaakt zijn;
  • te benoemen wat ze zelf nodig hebben;
  • te zien wat anderen nodig hebben en wat dat betekent voor hun eigen handelen;
  • in concrete situaties te herkennen en te benoemen wat ze eerlijk of oneerlijk vinden, goed of slecht, welke spanningen dit kan opleveren en wat dat kan betekenen voor hun handelen;
  • over in- en uitsluiting en pesten in de klas.

Bovenbouw

In de bovenbouw ervaren leerlingen dat de regels en afspraken in de directe leefomgeving van bijvoorbeeld de klas- en thuissituatie kunnen verschillen. Ze ontwikkelen het inzicht dat ook in de bredere samenleving regels en afspraken gelden. Ze kunnen dit in verband brengen met de democratische rechtsstaat. Door oefening ontwikkelen leerlingen inzicht in de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit en mogelijke spanning tussen deze basiswaarden. Ze leren dat de rechten die ze hebben voortkomen uit grondrechten, mensenrechten en kinderrechten. Ze leren ook dat deze rechten niet voor iedereen in de wereld gewaarborgd zijn en gerespecteerd worden. Leerlingen ervaren processen van in- en uitsluiting op persoonlijk niveau en zien deze processen ook terug in de samenleving. Ze begrijpen concepten als gelijkwaardigheid en gelijke rechten en de tegenpolen daarvan. Ze kunnen rekening houden met de ander, vanuit rechtvaardigheidsbesef opkomen voor anderen en anderen helpen.

Leerlingen leren:

  • over de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit van de democratische rechtsstaat;
  • over grondrechten, mensenrechten en kinderrechten en het belang ervan;
  • dat iedereen gelijke rechten heeft die universeel zijn en onlosmakelijk met elkaar verbonden;
  • dat de rechtsstaat kaders biedt voor rechten en vrijheden en bescherming tegen willekeur en machtsmisbruik;
  • over de waarborging van en het respect voor die rechten hier en daar;
  • over het belang van regels en afspraken thuis en op school en deze te vergelijken met die in de publieke ruimte;
  • waarom ze vrijheid hebben in het maken van keuzes, rekening houdend met de keuzes van medeleerlingen en de geldende afspraken in de klas en omgeving;
  • hoe de basiswaarden tot uiting kunnen komen in de eigen klas- en schoolcontext en in de omgeving.

(bron: SLO bouwstenen burgerschap)

Kennis en vaardigheden – voortgezet speciaal onderwijs

Het conceptkerndoel over democratische waarden sluit aan bij de bouwsteen ‘Vrijheid en Gelijkheid’ die in een eerder stadium ontwikkeld is. In de bouwstenen werden per ‘bouw’ leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl. Dit overzicht is handig bij het formuleren van een doorgaande leerlijn burgerschap. De hieronder geformuleerde leerdoelen sluiten overigens niet altijd volledig aan bij het conceptkerndoel over democratische waarden, omdat ze in een eerdere fase zijn ontwikkeld.

Onderbouw

In het voortgezet onderwijs verdiepen leerlingen hun inzicht in de wording en werking van de democratische rechtsstaat en de betekenis daarvan in het leven van burgers. Tussen mensenrechten onderling en tussen de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit en mensenrechten kan spanning ontstaan. Leerlingen in de onderbouw ontwikkelen de capaciteiten om deze spanning te duiden en krijgen inzicht in hun mogelijkheden om ervaren onrecht en ongelijkheid aan de orde te stellen. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs kunnen leerlingen zich binnen de eigen leefomgeving verhouden tot maatschappelijke vraagstukken vanuit het perspectief van solidariteit. Ze ontwikkelen inzicht in de samenhang tussen het eigen belang, het belang van anderen en het algemeen belang. Ze leren keuzes te maken in het omgaan met deze vraagstukken en dat deze gevolgen hebben voor zichzelf en de omgeving, die samenhangen met ongelijkheid, discriminatie en in- of uitsluiting.

Leerlingen leren:

  • het belang van regels in de klas en op school om te kunnen samenwerken;
  • over de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit als grondslag van de democratische rechts- staat en de mogelijke spanningen daartussen;
  • over de wording, werking, waardering en begrenzing van grondrechten en mensenrechten, en hun status in internationale verdragen;
  • over rechtspraak als waarborg voor grondrechten en veiligheid;
  • over mogelijke dilemma’s bij het waarborgen van en het respect voor mensenrechten en manieren om over die dilemma’s een eigen positie in te
    nemen;
  • in welke mate ze rechten hebben en vrijheid in het maken van keuzes, in het licht van de plichten en dilemma’s die bij het leven horen;
  • in hoeverre de basiswaarden tot uitdrukking komen in de school en in het samenleven;
  • hoe ze op kunnen komen voor de rechten en belangen van zichzelf en anderen;
  • vraagstukken rond discriminatie, inclusie, rechtvaardigheid en solidariteit in Nederland en elders te onderzoeken;
  • de ruimte die er is om daar verandering in te brengen te onderzoeken en zo mogelijk te gebruiken;
  • in te zien dat mensen verschillende belangen, overwegingen en overtuigingen hebben en dat dit spanningen op kan leveren;
  • het eigen handelen en dat van anderen af te wegen tegen noties van solidariteit en rechtvaardigheid;
  • ethische dimensies van vraagstukken rond solidariteit en rechtvaardigheid in Nederland en elders te herkennen, te onderzoeken en af te wegen;
  • na te denken over de rollen en middelen die overheid, middenveld, bedrijfsleven, burgers en andere organisaties in Nederland en Europa (kunnen) hebben bij het bevorderen van solidariteit.

Bovenbouw

Voor leerlingen in de bovenbouw verdient het aanbeveling om de leerlijn burgerschap voort te zetten en waar mogelijk te koppelen aan beroepsprofielen, (profiel)vakken en loopbaanoriëntatie en (beroeps)begeleiding (LOB). Dat daarbij in de uitwerking en uitvoering gedifferentieerd kan worden naar leeftijd, ontwikkeling en mogelijkheden van (groepen) leerlingen, is evident.

Een en ander leidt tot de volgende aanbevelingen:

  • Maak ruimte voor onderzoek naar de fundamenten van de democratische rechtsstaat en de mensenrechten, hier en daar, nu en straks
  • Laat leerlingen nadenken over de werking, waardering, begrenzing en versterking van grondrechten en mensenrechten hier en op wereldschaal, nu en in de toekomst.
  • Betrek daarbij ook internationale rechtspraak als waarborg voor grondrechten en veiligheid.
  • Laat leerlingen nadenken over huidige en toekomstige dilemma’s bij de waarborging van en het respect voor mensenrechten en over manieren om daar een eigen positie over in te nemen.
  • Laat leerlingen reflecteren op de vraag in welke mate mensen als zodanig vrijheid hebben, in het licht van de plichten, dilemma’s en beperkingen die ook bij het leven horen.
  • Daag leerlingen uit om op te komen voor de bevordering van basiswaarden in de samenleving en de wereld;
  • Daag leerlingen uit om ruimte voor zichzelf en voor anderen om rechtvaardigheid en solidariteit te bevorderen bewust te gebruiken, na te denken over mogelijkheden om die ruimte voor zichzelf en voor ander te vergroten en hierop zo mogelijk te handelen.
  • Laat leerlingen oefenen om gewogen standpunten in te nemen over vragen van rechtvaardigheid en solidariteit in relatie tot het eigen leven en de mogelijke spanningsverhouding tussen individuele wensen en collectieve belangen, alsmede tussen verschillende collectieve belangen;
  • Laat leerlingen nadenken over de mogelijkheden die internationale organisaties, nationale overheden, middenveld, bedrijfsleven en andere organisaties in Nederland en in de wereld hebben om solidariteit te bevorderen, en wat de werkzaamheid en de grenzen van hun interventies kunnen zijn, hun voor- en hun nadelen.

Voor meer informatie over de aanbevelingen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs verwijzen wij door naar bijlage 4 van de Handleiding Burgerschap Funderend Onderwijs.

(bron: SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap.

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze lesmaterialen:

Overzicht aanbieders lesmateriaal

Op onze website vind je per thema een overzicht van aanbieders van lesmateriaal: lesmateriaal burgerschap gespecialiseerd onderwijs

Vakportalen burgerschap (so en vso) – SLO

Op de websites Vakportaal burgerschap (so) en Vakportaal burgerschap (vso)  van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over democratische waarden vind je onder meer bij de thema’s: burgerschap (specifiek), burgerschap (geïntegreerd), wereldburgerschap, democratische rechtsstaat en kinder- en mensenrechten.

NPO Kennis

NPO Kennis is een kennisplatform met explainers en informatieve story’s over onderwerpen die jongeren bezighouden. Bekijk bijvoorbeeld de collectie over

Blijf op de hoogte!

Schrijf je net als 7200 andere
onderwijsprofessionals in voor
onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*