Wat houdt het in?

Democratische cultuur gaat over omgangsvormen die door democratie worden bevorderd en die haar mogelijk maken: vreedzaamheid, verdraagzaamheid, de bereidheid de ander te (h)erkennen als gelijkwaardige en op gelijke voet met hem, haar of hen te communiceren. (bron: SLO bouwstenen burgerschap)

Om een democratische cultuur te onderhouden zijn burgers nodig die mee kunnen doen, op kunnen komen voor zichzelf maar ook rekening kunnen houden met anderen. Leerlingen zijn burgers, nu en in wording, die op school ervaringen opdoen met het toepassen van de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit in contexten die voor hen betekenisvol zijn. (bron: SLO burgerkaartenspel)

In de veiligheid van de eigen klas en school en waar mogelijk ook daarbuiten, verkennen en oefenen leerlingen hun rol en invloed als deelnemer aan een samenleving. De school biedt leerlingen handvatten in het denken over, het omgaan met en het reflecteren op diverse waarden, overtuigingen, belangen en emoties waarmee verschillen van inzicht verbonden kunnen zijn.

Leerlingen leren hoe ze kunnen participeren in een democratische cultuur. Binnen een democratische cultuur verkennen zij de betekenis van de waarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit en de spanning daartussen. De school stimuleert het  oefenen met het voeren van dialoog, het deelnemen aan gezamenlijke besluitvormingsprocessen en het ontwikkelen van een respectvolle omgang met diversiteit en soms tegengestelde opvattingen. Daarbij gaat het er niet alleen om wat er gezegd wordt, maar ook om hoe het gezegd wordt, en welke emoties dat op kan roepen. Ook gericht vragen stellen en actief kunnen luisteren zijn hier belangrijke vaardigheden voor.

Waar valt aan te denken bij het vormgeven van de schoolcultuur?

  • Het bieden van een rijke leesomgeving en leermiddelen waarbij aandacht is voor diversiteit en inclusie.
  • Het betrekken van de leerling bij het inrichten van de mediatheek.
  • Het organiseren van samenwerkingsverbanden met lokale of regionale maatschappelijke organisaties.
  • Het stimuleren van ouderbetrokkenheid bij de school.
  • Het faciliteren van verschillende vormen van leerlingenparticipatie, zoals kringgesprekken, leerlingenraden, betrokkenheid bij de inrichting van het lokaal of de school, een referendum, klankbordgroep, betrokkenheid bij aannamebeleid en organisatie van schoolfeesten.
  • Het organiseren van themadagen, projectweken, excursies of gastlessen over diversiteit, democratische waarden, de werking van de democratische rechtsstaat of maatschappelijke vraagstukken.

(Bron: SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024)

Kennis en vaardigheden – speciaal onderwijs

Het domein schoolcultuur in de conceptkerndoelen sluit aan bij de bouwsteen ‘democratische cultuur’ dat in een eerder stadium ontwikkeld is. Deze bouwstenen beschrijven leerdoelen voor leerlingen en gaan dus verder dan het beschrijven van het aanbodsdoel. Per ‘bouw’ staan de leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl.

Onderbouw

In de onderbouw gaan leerlingen hun eigen gevoelens herkennen en benoemen en krijgen ze inzicht in gevoelens en emoties van anderen. Leerlingen ervaren dat ze een stem hebben en deze kunnen gebruiken. Ze ervaren dat hun stem gehoord wordt en dat hun inbreng ertoe doet bij besluitvormingsprocessen in de klas. Ze weten dat de ander ook een stem heeft en kunnen hier actief naar luisteren. Ze ervaren overeenkomsten en verschillen in het gedrag van mensen. Ze leren op te komen voor zichzelf en rekening te houden met de gevoelens en standpunten een ander.

Leerlingen leren:

  • om te gaan met hun wensen en opvattingen en zich hierover uit te spreken;
  • de gevoelens, wensen en opvattingen van anderen te herkennen;
  • te accepteren dat anderen iets anders willen, maar dat dit niet tot een conflict hoeft te leiden;
  • hun stem te gebruiken tijdens gezamenlijke besluitvormingsprocessen;
  • dat de ander ook een stem en mogelijk een ander gezichtspunt heeft;
  • hiernaar te luisteren en vragen te stellen om meer over de ander en zijn of haar gezichtspunt te weten te komen;
  • conflicten in de klas op een vreedzame manier op te lossen.

Bovenbouw

In de bovenbouw worden leerlingen zich bewust van het feit dat ze een stem hebben in kwesties die hen aangaan en ze leren hun mening te onderbouwen. Ze weten dat er bij besluitvormingsprocessen een opbouw is van meedenken, meepraten, meedoen en meebeslissen. Ze ontwikkelen meer begrip voor de inbreng van anderen en erkennen het belang van draagvlak voor besluiten. Ze weten dat meningsverschillen emoties kunnen oproepen en kunnen leiden tot conflict. Ze kunnen daar op een vreedzame manier mee omgaan.

Leerlingen leren:

  • dat het meepraten over zaken die hen aangaan een (kinder)recht is;
  • hun mening te verwoorden en daar eenvoudige argumenten voor te geven;
  • in de context van de klas te proberen anderen van hun mening te overtuigen;
  • de mening van anderen in eigen woorden samen te vatten;
  • hun eigen mening bij te stellen op basis van nieuwe inzichten; hun stem te gebruiken tijdens besluitvormingsprocessen in de klas- en schoolcontext en daarbij
  • ruimte te maken voor de mening van alle leerlingen;
  • er rekening mee te houden dat hun mening of uitlatingen emoties teweeg kunnen brengen bij anderen;
  • dat mensen over onderwerpen verschillend kunnen denken; dat die verschillen soms wel, soms niet overbrugd kunnen worden en soms ook tot spanningen en conflicten leiden; conflicten in de directe omgeving op een vreedzame manier op te lossen, maar ook te accepteren dat conflicten kunnen blijven bestaan.

(bron: SLO bouwstenen burgerschap)

Sociaal-emotioneel leren

Sommige scholen zijn van mening dat zij het burgerschapsonderwijs al goed hebben verankerd binnen hun school omdat ze een leerlijn sociale- emotionele ontwikkeling hebben. Dat er een relatie is met burgerschapsontwikkeling staat vast, maar burgerschapsvorming vraagt meer dan een programma voor sociaal-emotioneel leren (SEL). Je doet de burgerschapsvorming van leerlingen tekort als je het gelijk aan elkaar stelt. Hessel Nieuwelink, lector burgerschapsonderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam, dook in de relatie tussen  SEL en burgerschap en kwam tot verrassende inzichten die gebundeld zijn in het werk met de niet-zo-verrassende titel: Burgerschap en sociaal-emotioneel leren: de overeenkomsten en verschillen.

Ga naar Burgerschap en sociaal-emotioneel leren

Kennis en vaardigheden – voortgezet speciaal onderwijs

Het domein schoolcultuur in de conceptkerndoelen sluit aan bij de bouwsteen ‘democratische cultuur’ dat in een eerder stadium ontwikkeld is. Deze bouwstenen beschrijven leerdoelen voor leerlingen en gaan dus verder dan het beschrijven van het aanbodsdoel. Per ‘bouw’ staan de leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl.

Onderbouw

In de onderbouw ontwikkelen leerlingen democratische werkwijzen toe te passen, waarbij ze hun eigen mening verwoorden en onderbouwen. Het deelnemen aan en beïnvloeden van besluitvormingsprocessen staan daarbij centraal. Leerlingen kunnen hieraan deelnemen, zich betrokken tonen en verantwoordelijkheid nemen voor genomen besluiten. Het vermogen om actief te luisteren en inhoudelijk te reageren op anderen ontwikkelt zich in deze fase zodat vormen van dialoog en debat kunnen worden toegepast. Deze communicatievormen dragen bij aan de ontmoeting met anderen en het andere. Dit legt de basis voor het empathie en het begrijpen van de meningen, opvattingen en leefwijzen van anderen.

Leerlingen leren:

  • standpunten onderbouwd te uiten, ook als dit een minderheidsstandpunt is, en anderen daar in discussie, debat of dialoog van proberen te
    overtuigen;
  • de mening van anderen in eigen woorden samen te vatten, te beoordelen en er met inhoudelijke argumenten op te reageren;
  • hun eigen mening bij te stellen op basis van nieuwe inzichten;
  • manieren om de deelname van alle participanten aan dialoog, debat en discussie te bevorderen en te bewaken en ook minderheidstandpunten actief te onderzoeken;
  • over verschillen van inzicht, en de waarden, overtuigingen, belangen en emoties die daarmee gemoeid zijn;
  • dat die verschillen van inzicht niet altijd overbrugd kunnen of hoeven worden;
  • conflicten in de klas en op school op een vreedzame manier op te lossen maar ook te accepteren dat conflicten kunnen blijven bestaan;
  • spanningen en conflicten wereldwijd te onderzoeken in termen van verschillen van waarden, inzicht en belang;
  • kwesties van (on)macht, (on)recht, (on)vrijheid of (on)gelijkheid in de wereld te onderzoeken en de mogelijkheden die de overheid en de leerling
    zelf hebben om in zulke kwesties te handelen;
  • op welke manieren ze deel kunnen nemen aan het maatschappelijk debat en invloed kunnen uitoefenen op besluitvormingsprocessen;
  • de ruimte die zij hebben om dit te doen te bevragen en zo mogelijk en zo nodig te gebruiken.

 

Bovenbouw

Voor de bovenbouw verdient het aanbeveling om de leerlijn burgerschap voort te zetten en waar mogelijk te koppelen aan beroepsprofielen, (profiel)vakken en loopbaanoriëntatie en (beroeps)begeleiding (LOB). Dat daarbij in de uitwerking en uitvoering gedifferentieerd kan worden naar leeftijd, ontwikkeling en mogelijkheden van (groepen) leerlingen, is evident.

Een en ander leidt tot de volgende aanbevelingen:

  • Laat leerlingen standpunten niet alleen onderbouwen maar ook rechtvaardigen c.q. toetsen aan morele en ethische principes en aan rechten.
  • Daag leerlingen uit om verschillen van inzicht, en de waarden, overtuigingen, belangen en emoties die daarmee gemoeid zijn, bij zichzelf en bij anderen te analyseren, daarop te reflecteren en de eigen inzichten zo nodig bij te stellen.
  • Laat leerlingen nadenken over verschillende oorzaken van actuele conflicten in Nederland, Europa en de wereld en daag hen uit om verschillende scenario’s uit te werken om die binnen de internationale rechtsorde zo mogelijk geweldloos op te lossen.
  • Laat leerlingen kwesties waarin (on)macht, (on)recht, (on)vrijheid en (on)gelijkheid een rol spelen in samenhang met de zgn. mondiale thema’s onderzoeken.
  • Laat hen daarbij ook reflecteren op de mogelijkheden die zij en anderen hebben om hierop concreet te handelen, en welke mogelijkheden er bestaan het eigen handelingsvermogen en dat van anderen te vergroten.

(bron: SLO bouwstenen burgerschap)

Voor meer informatie over de aanbevelingen voor de bovenbouw van het voortgezet speciaal onderwijs verwijzen wij door naar bijlage 4 van de Handleiding Burgerschap Funderend Onderwijs.
(bron: SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap.

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze lesmaterialen:

Overzicht aanbieders lesmateriaal

Op onze website vind je per thema een overzicht van aanbieders van lesmateriaal: lesmateriaal burgerschap gespecialiseerd onderwijs

Vakportalen burgerschap (so en vso) – SLO

Op de websites Vakportaal burgerschap (so) en Vakportaal burgerschap (vso)  van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over schoolcultuur vind je onder meer bij de thema’s:   burgerschap (specifiek), burgerschap (geïntegreerd), democratische rechtsstaat, kinder- en mensenrechten, leerlingenparticipatie en -inspraak, identiteit en diversiteit, debatteren en filosoferen.

Wat houdt het in?

Diversiteit houdt verscheidenheid in. De maatschappij kenmerkt zich onder andere door het samenleven van mensen met verschillende achtergronden, oriëntaties en mogelijkheden. (bron: SLO conceptkerndoelen)
Uitgangspunt van een democratische samenleving is dat iedereen voor de wet gelijk is. Gelijkwaardigheid en gelijke behandeling moeten worden bevorderd. De rechtsstaat vormt de grondslag voor een vrije, diverse samenleving waarin mensen met verschillende sociaaleconomische, levensbeschouwelijke, religieuze en culturele achtergronden, fysieke en mentale mogelijkheden, politieke- en seksuele oriëntaties en expressies van gender gelijkwaardig kunnen samenleven. (bron: SLO burgerkaartenspel)
Leerlingen ontwikkelen inzicht in overeenkomsten en verschillen in achtergronden, mogelijkheden en oriëntaties en gaan daarover in gesprek. De gelijkheid van mensen, zoals vastgelegd in Artikel 1 van de Grondwet, biedt hiervoor het kader.

De school dient als oefenplaats voor het omgaan met diversiteit en inclusie. Om hier vorm aan te geven, betrekt de school hier de omgeving bij. Leerlingen leren over en ontmoeten mensen met andere achtergronden, mogelijkheden en oriëntaties dan hen vertrouwd zijn. Dit biedt kansen om het empathisch vermogen te versterken.

Waar valt aan te denken bij het thema diversiteit?

  • Het uitbeelden van verschillende gewoonten vanuit huis, zonder in stereotypering te vallen.
  • Het lezen van nieuwsbegrip, jeugdliteratuur en teksten in digitale media waarin verschillende identiteiten en perspectieven naar voren komen en hier gesprekken over voeren.
  • Het formuleren van vragen om de ander beter te leren kennen.
  • Het geven van een autobiografische presentatie.
  • Een dialoog voeren over vooroordelen en discriminatie, bijvoorbeeld aan de hand van stellingen of praatkaarten.
  • Het uitvoeren van een fotoproject om bepaalde diversiteit in beeld te brengen.

(Bron (met uitzondering van de laatste bullet): SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024)

Sociaal-emotioneel leren

Sommige scholen zijn van mening dat zij het burgerschapsonderwijs al goed hebben verankerd binnen hun school omdat ze een leerlijn sociale- emotionele ontwikkeling hebben. Dat er een relatie is met burgerschapsontwikkeling staat vast, maar burgerschapsvorming vraagt meer dan een programma voor sociaal-emotioneel leren (SEL). Je doet de burgerschapsvorming van leerlingen tekort als je het gelijk aan elkaar stelt. Hessel Nieuwelink, lector burgerschapsonderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam, dook in de relatie tussen SEL en burgerschap en kwam tot verrassende inzichten die gebundeld zijn in het werk met de niet-zo-verrassende titel: Burgerschap en sociaal-emotioneel leren: de overeenkomsten en verschillen.

Ga naar Burgerschap en sociaal-emotioneel leren

Kennis en vaardigheden – speciaal onderwijs

Het conceptkerndoel over diversiteit sluit aan bij de bouwsteen ‘diversiteit’ die in een eerder stadium ontwikkeld is. In de bouwstenen werden per ‘bouw’ leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl. Dit overzicht is handig bij het formuleren van een doorgaande leerlijn burgerschap. De hieronder geformuleerde leerdoelen sluiten overigens niet altijd volledig aan bij het conceptkerndoel diversiteit, omdat ze in een eerdere fase zijn ontwikkeld.

Onderbouw

In de onderbouw verkennen leerlingen spelenderwijs verschillende aspecten van hun identiteit in relatie tot de ander. Naarmate ze zich meer bewust worden van zichzelf, op andere plekken komen en zich gaan spiegelen aan rolmodellen, nemen ze bewust of onbewust verschillen waar, zoals culturele achtergronden en fysieke kenmerken. Ze leren en begrijpen dat er overeenkomsten en verschillen zijn.

Leerlingen leren:

  • de primaire emoties met de bijbehorende lichaamstaal van een ander te herkennen en benoemen;
  • de grenzen (emotioneel en fysiek) van de ander te herkennen en daar rekening mee te houden;
  • fysieke kenmerken van zichzelf te benoemen en te vergelijken met die van de ander;
  • over vriendschap en verliefdheid;
  • de eigen gezinssituatie en thuiscultuur of –culturen te vergelijken met die van een ander;
  • woorden te geven aan wat de ander doet en wil en daarin overeenkomsten en verschillen te ontdekken;
  • samen en/of met hulp van anderen onderlinge conflicten vreedzaam op te lossen.

Bovenbouw

In de bovenbouw leren leerlingen zich verder te verplaatsen in klasgenoten en andere mensen in hun sociale omgeving. Ze spiegelen zich aan andere rolmodellen in media en identificeren zich hiermee. Op school verdiepen ze zich in de overeenkomsten en verschillen tussen mensen die andere achtergronden, mogelijkheden en oriëntaties hebben.

Leerlingen leren:

  • hoofdzaken over religieuze en levensbeschouwelijke stromingen en culturele tradities en gebruiken die in onze diverse samenleving een rol spelen;
  • over seksualiteit, verschillende seksuele oriëntaties en expressies van gender;
  • de grenzen (emotioneel, fysiek en seksueel) van anderen herkennen en daar rekening mee te houden;
  • de secundaire emoties van de ander te herkennen en te benoemen en te anticiperen op reacties van anderen op het eigen handelen;
  • uit te wisselen wat gedeelde en verschillende waarden, overtuigingen, idealen en toekomstverwachtingen zijn;
  • overeenkomsten en verschillen tussen mensen te herkennen, te benoemen en in aanzet te verklaren; hoe groepsgedrag en (sociale) media de houdingen en het gedrag van klasgenoten mede kunnen verklaren.

(bron: SLO bouwstenen burgerschap)

Kennis en vaardigheden – voortgezet speciaal onderwijs

Onderbouw

In de onderbouw verdiepen leerlingen zich in de identiteit van de ander. Door het ontmoeten van de ander en een dialoog aan te gaan over onderwerpen waarover verschillend kan worden gedacht, ontwikkelen leerlingen inzicht in en respect voor andere opvattingen en manieren om in het leven te staan.

Leerlingen leren:

  • over het ontstaan van een diverse samenleving in Nederland in de context van een globaliserende wereld;
  • over aspecten van de emancipatie van verschillende groepen mensen door de geschiedenis heen;
  • hoofdzaken over religieuze en levensbeschouwelijke stromingen in Nederland en de wereld;
  • rekening te houden de grenzen van anderen en die op basis van gemaakte afspraken actief te helpen bewaken;
  • zich binnen hun mogelijkheden in de beleving en het perspectief van de ander te verplaatsen;
  • rekening te houden met het welbevinden van anderen en hun overwegingen en gedrag, inclusief hun taaluitingen, gericht aan sociale situaties aan te passen;
  • te herkennen waar beperkingen liggen in de communicatie met anderen en te zoeken naar mogelijk- heden om daarop te handelen;
  • overeenkomsten en verschillen in waarden en overtuigingen te herkennen, te bespreken en te wegen; verschillen van inzicht te onderzoeken als verschillende claims op waarheid en deze zo nodig naast elkaar kunnen laten bestaan;
  • rekening te houden met de idealen en toekomstverwachtingen van anderen;
  • hoe groepsgedrag en (sociale) media de houdingen en het gedrag van peers en groepen in de publieke ruimte mede kunnen verklaren.

Bovenbouw

Voor leerlingen in de bovenbouw verdient het aanbeveling om de leerlijn burgerschap voort te zetten en waar mogelijk te koppelen aan beroepsprofielen, (profiel)vakken en loopbaanoriëntatie en (beroeps)begeleiding (LOB). Dat daarbij in de uitwerking en uitvoering gedifferentieerd kan worden naar leeftijd, ontwikkeling en mogelijkheden van (groepen) leerlingen, is evident.

Een en ander leidt tot de volgende aanbevelingen:

  • Geef vraagstukken rond diversiteit en inclusie een plek in examenprogramma’s voor vakken of leergebieden.
  • Laat leerlingen oefenen om gewogen standpunten in te nemen over diversiteitsvraagstukken in relatie tot het eigen leven en de mogelijke spanningsverhouding tussen individuele identiteit(en) en collectieve identiteit(en).
  • Betrek diversiteitsvraagstukken actief op de mondiale thema’s globalisering, duurzaamheid en gezondheid en laat leerlingen deze in relatie tot elkaar op morele en ethische dimensies onderzoeken.
  • Laat leerlingen nadenken over de mate waarin vraagstukken van diversiteit te maken hebben en mogelijk zullen hebben met hun eigen carrièreperspectieven en de te kiezen vervolgopleiding.
  • Laat leerlingen reflecteren op cultureel bepaalde normen en waarden rond gender en seksualiteit in Nederland en in de wereld. Laat hen nadenken over de mogelijkheid en de wenselijkheid om seksuele en reproductieve gezondheid én rechten in de wereld te effectueren.
  • Daag leerlingen uit om de denk- en ervaringswereld van mensen met andere overtuigingen, mogelijkheden en effectieve rechten vanuit hun context te verstaan;
  • Laat hen de overeenkomsten en verschillen tussen waarden, (geloofs-)overtuigingen en cultureel bepaalde uitdrukkingsvormen en levenswijzen van de eigen en andere groepen en verschillen daartussen analyseren.

Voor meer informatie over de aanbevelingen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs verwijzen wij door naar bijlage 4 van de Handleiding Burgerschap Funderend Onderwijs.

(bron: SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap.

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze (les)materialen:

Overzicht aanbieders lesmateriaal

Op onze website vind je per thema een overzicht van aanbieders van lesmateriaal: lesmateriaal burgerschap gespecialiseerd onderwijs

Kalenders

Vakportalen burgerschap (so en vso) – SLO

Op de websites Vakportaal burgerschap (so) en Vakportaal burgerschap (vso)  van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over diversiteit vind je onder meer bij de thema’s: burgerschap (specifiek), burgerschap (geïntegreerd), wereldburgerschap, sociale veiligheid en conflicthantering, identiteit en diversiteit.

NPO Kennis

NPO Kennis is een kennisplatform met explainers en informatieve story’s over onderwerpen die jongeren bezighouden. Bekijk bijvoorbeeld de collectie over:

Wat houdt het in?

Aan onze democratische rechtsstaat liggen historisch drie basiswaarden ten grondslag: vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Nadenken over de betekenis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en jezelf daartoe leren te verhouden is een taak van burgerschapsonderwijs. Wat deze waarden precies betekenen en hoe ze zich tot elkaar verhouden is voor meerdere uitleg vatbaar en onderwerp van discussie. (bron: SLO Conceptkerndoelen)

Vrijheid             Gelijk(waardig)heid  Solidariteit 
Afwezigheid van dwang (negatieve vrijheid), dan wel het vermogen jezelf volledig te ontplooien zonder anderen daarbij in hun vrijheid te beperken (positieve vrijheid). Gelijkheid: het principe dat mensen in gelijke gevallen gelijk worden behandeld (gelijkheid voor de wet), of de situatie dat iedereen gelijke toegang heeft tot kennis, macht en middelen.

Gelijkwaardigheid: situatie waarin mensen niet alleen gelijk zijn voor de wet, maar in al hun verscheidenheid door anderen met gelijke waardigheid worden behandeld.

Gevoel van verbondenheid, saamhorigheid en ondersteuning tussen individuen, groepen of gemeenschappen en concrete acties om anderen te helpen en bij te dragen aan het welzijn van de samenleving als geheel.

Leerlingen groeien op in en door een democratische cultuur waarin zij vrij zijn om fundamenteel met elkaar van mening te verschillen. Leerlingen leren over en van ervaringen met de basiswaarden die ten grondslag liggen aan de democratische rechtsstaat, zoals deze staan in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind. Ook leren zij van ervaringen met de rechten en plichten die hieruit voortvloeien.
Over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en hun verhouding tot elkaar is debat. Daarbij kunnen grondrechten met elkaar botsen. Ook over het functioneren van de democratie en de rechtsstaat bestaat verschil van mening.

In de bovenstaande video van de Universiteit van Nederland geeft Ingrid Leijten (hoogleraar Nederlands en Europees constitutioneel recht aan Tilburg University) een les over onze grondrechten en het belang van de Nederlandse Grondwet.

Waar valt aan te denken bij democratische waarden?

Het maken van een muurkrant over kinderrechten.

  • Vanuit verschillende ethische theorieën, zoals deugdenethiekplichtethiekgevolgenethiek en zorgethiek, de waarde solidariteit verkennen.
  • Het onderzoeken van situaties in heden en verleden, hier of elders, waarin de rechtsstaat tekort schiet of schoot.
  • Het maken van een film over waarom AI rechten zou moeten hebben binnen een democratie.
  • Aan de hand van beelden met verschillende perspectieven met leerlingen filosoferen over de democratische waarden.
  • Leerlingen die in gesprek gaan met gastsprekers bij wie vrijheid in het geding is geweest.
  • Het opkomen voor vrijheid en tegen onrechtvaardigheid, bijvoorbeeld door het schrijven van een brief.
  • Het verbinden van online en offline omgangsvormen in de klas en op school met democratische waarden.

In havo/vwo 3 (voortgezet speciaal onderwijs, uitstroomprofiel onderwijs)

  • Leerlingen een script laten schrijven voor een theaterstuk of musical gerelateerd aan de democratische waarden.

(bron (met uitzondering van de links): SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024)

Kennis en vaardigheden – speciaal onderwijs

Het conceptkerndoel over democratische waarden sluit aan bij de bouwsteen ‘Vrijheid en Gelijkheid’ die in een eerder stadium ontwikkeld is. In de bouwstenen werden per ‘bouw’  leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl. Dit overzicht is handig bij het formuleren van een doorgaande leerlijn burgerschap. De hieronder geformuleerde leerdoelen sluiten overigens niet altijd volledig aan bij het conceptkerndoel over democratische waarden, omdat ze in een eerdere fase zijn ontwikkeld.

Onderbouw

Onderbouwleerlingen ervaren dat er in de omgang tussen mensen regels en afspraken bestaan over hoe met elkaar en met spullen om te gaan. Ze ontwikkelen inzicht in het belang van regels en afspraken om op een prettige manier samen te zijn. De eigen vrijheid is begrensd door de vrijheid van de ander: iedereen heeft dezelfde rechten. Ze ervaren wat het is om deel uit te maken van groepen en dat overeenkomsten en verschillen binnen groepen een rol spelen. In het samen spelen leren ze te geven en te nemen, partij te kiezen en er ontstaan gevoelens van empathie en solidariteit. Ze beseffen dat zij of anderen soms ongelijkwaardig behandeld worden.

Leerlingen leren:

  • het belang van regels in de klas en op school voor spelen en samenwerken;
  • leefregels en afspraken thuis en in de omgeving te benoemen en te vergelijken;
  • dat ze vrijheid hebben in het maken van keuzes, rekening houdend met de keuzes van medeleerlingen en de geldende afspraken in de klas; dat iedereen rechten en plichten heeft;
  • eenvoudige taken en problemen uit te voeren of op te lossen met respect voor de afspraken die onderling gemaakt zijn;
  • te benoemen wat ze zelf nodig hebben;
  • te zien wat anderen nodig hebben en wat dat betekent voor hun eigen handelen;
  • in concrete situaties te herkennen en te benoemen wat ze eerlijk of oneerlijk vinden, goed of slecht, welke spanningen dit kan opleveren en wat dat kan betekenen voor hun handelen;
  • over in- en uitsluiting en pesten in de klas.

Bovenbouw

In de bovenbouw ervaren leerlingen dat de regels en afspraken in de directe leefomgeving van bijvoorbeeld de klas- en thuissituatie kunnen verschillen. Ze ontwikkelen het inzicht dat ook in de bredere samenleving regels en afspraken gelden. Ze kunnen dit in verband brengen met de democratische rechtsstaat. Door oefening ontwikkelen leerlingen inzicht in de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit en mogelijke spanning tussen deze basiswaarden. Ze leren dat de rechten die ze hebben voortkomen uit grondrechten, mensenrechten en kinderrechten. Ze leren ook dat deze rechten niet voor iedereen in de wereld gewaarborgd zijn en gerespecteerd worden. Leerlingen ervaren processen van in- en uitsluiting op persoonlijk niveau en zien deze processen ook terug in de samenleving. Ze begrijpen concepten als gelijkwaardigheid en gelijke rechten en de tegenpolen daarvan. Ze kunnen rekening houden met de ander, vanuit rechtvaardigheidsbesef opkomen voor anderen en anderen helpen.

Leerlingen leren:

  • over de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit van de democratische rechtsstaat;
  • over grondrechten, mensenrechten en kinderrechten en het belang ervan;
  • dat iedereen gelijke rechten heeft die universeel zijn en onlosmakelijk met elkaar verbonden;
  • dat de rechtsstaat kaders biedt voor rechten en vrijheden en bescherming tegen willekeur en machtsmisbruik;
  • over de waarborging van en het respect voor die rechten hier en daar;
  • over het belang van regels en afspraken thuis en op school en deze te vergelijken met die in de publieke ruimte;
  • waarom ze vrijheid hebben in het maken van keuzes, rekening houdend met de keuzes van medeleerlingen en de geldende afspraken in de klas en omgeving;
  • hoe de basiswaarden tot uiting kunnen komen in de eigen klas- en schoolcontext en in de omgeving.

(bron: SLO bouwstenen burgerschap)

Kennis en vaardigheden – voortgezet speciaal onderwijs

Het conceptkerndoel over democratische waarden sluit aan bij de bouwsteen ‘Vrijheid en Gelijkheid’ die in een eerder stadium ontwikkeld is. In de bouwstenen werden per ‘bouw’ leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl. Dit overzicht is handig bij het formuleren van een doorgaande leerlijn burgerschap. De hieronder geformuleerde leerdoelen sluiten overigens niet altijd volledig aan bij het conceptkerndoel over democratische waarden, omdat ze in een eerdere fase zijn ontwikkeld.

Onderbouw

In het voortgezet onderwijs verdiepen leerlingen hun inzicht in de wording en werking van de democratische rechtsstaat en de betekenis daarvan in het leven van burgers. Tussen mensenrechten onderling en tussen de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit en mensenrechten kan spanning ontstaan. Leerlingen in de onderbouw ontwikkelen de capaciteiten om deze spanning te duiden en krijgen inzicht in hun mogelijkheden om ervaren onrecht en ongelijkheid aan de orde te stellen. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs kunnen leerlingen zich binnen de eigen leefomgeving verhouden tot maatschappelijke vraagstukken vanuit het perspectief van solidariteit. Ze ontwikkelen inzicht in de samenhang tussen het eigen belang, het belang van anderen en het algemeen belang. Ze leren keuzes te maken in het omgaan met deze vraagstukken en dat deze gevolgen hebben voor zichzelf en de omgeving, die samenhangen met ongelijkheid, discriminatie en in- of uitsluiting.

Leerlingen leren:

  • het belang van regels in de klas en op school om te kunnen samenwerken;
  • over de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit als grondslag van de democratische rechts- staat en de mogelijke spanningen daartussen;
  • over de wording, werking, waardering en begrenzing van grondrechten en mensenrechten, en hun status in internationale verdragen;
  • over rechtspraak als waarborg voor grondrechten en veiligheid;
  • over mogelijke dilemma’s bij het waarborgen van en het respect voor mensenrechten en manieren om over die dilemma’s een eigen positie in te
    nemen;
  • in welke mate ze rechten hebben en vrijheid in het maken van keuzes, in het licht van de plichten en dilemma’s die bij het leven horen;
  • in hoeverre de basiswaarden tot uitdrukking komen in de school en in het samenleven;
  • hoe ze op kunnen komen voor de rechten en belangen van zichzelf en anderen;
  • vraagstukken rond discriminatie, inclusie, rechtvaardigheid en solidariteit in Nederland en elders te onderzoeken;
  • de ruimte die er is om daar verandering in te brengen te onderzoeken en zo mogelijk te gebruiken;
  • in te zien dat mensen verschillende belangen, overwegingen en overtuigingen hebben en dat dit spanningen op kan leveren;
  • het eigen handelen en dat van anderen af te wegen tegen noties van solidariteit en rechtvaardigheid;
  • ethische dimensies van vraagstukken rond solidariteit en rechtvaardigheid in Nederland en elders te herkennen, te onderzoeken en af te wegen;
  • na te denken over de rollen en middelen die overheid, middenveld, bedrijfsleven, burgers en andere organisaties in Nederland en Europa (kunnen) hebben bij het bevorderen van solidariteit.

Bovenbouw

Voor leerlingen in de bovenbouw verdient het aanbeveling om de leerlijn burgerschap voort te zetten en waar mogelijk te koppelen aan beroepsprofielen, (profiel)vakken en loopbaanoriëntatie en (beroeps)begeleiding (LOB). Dat daarbij in de uitwerking en uitvoering gedifferentieerd kan worden naar leeftijd, ontwikkeling en mogelijkheden van (groepen) leerlingen, is evident.

Een en ander leidt tot de volgende aanbevelingen:

  • Maak ruimte voor onderzoek naar de fundamenten van de democratische rechtsstaat en de mensenrechten, hier en daar, nu en straks
  • Laat leerlingen nadenken over de werking, waardering, begrenzing en versterking van grondrechten en mensenrechten hier en op wereldschaal, nu en in de toekomst.
  • Betrek daarbij ook internationale rechtspraak als waarborg voor grondrechten en veiligheid.
  • Laat leerlingen nadenken over huidige en toekomstige dilemma’s bij de waarborging van en het respect voor mensenrechten en over manieren om daar een eigen positie over in te nemen.
  • Laat leerlingen reflecteren op de vraag in welke mate mensen als zodanig vrijheid hebben, in het licht van de plichten, dilemma’s en beperkingen die ook bij het leven horen.
  • Daag leerlingen uit om op te komen voor de bevordering van basiswaarden in de samenleving en de wereld;
  • Daag leerlingen uit om ruimte voor zichzelf en voor anderen om rechtvaardigheid en solidariteit te bevorderen bewust te gebruiken, na te denken over mogelijkheden om die ruimte voor zichzelf en voor ander te vergroten en hierop zo mogelijk te handelen.
  • Laat leerlingen oefenen om gewogen standpunten in te nemen over vragen van rechtvaardigheid en solidariteit in relatie tot het eigen leven en de mogelijke spanningsverhouding tussen individuele wensen en collectieve belangen, alsmede tussen verschillende collectieve belangen;
  • Laat leerlingen nadenken over de mogelijkheden die internationale organisaties, nationale overheden, middenveld, bedrijfsleven en andere organisaties in Nederland en in de wereld hebben om solidariteit te bevorderen, en wat de werkzaamheid en de grenzen van hun interventies kunnen zijn, hun voor- en hun nadelen.

Voor meer informatie over de aanbevelingen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs verwijzen wij door naar bijlage 4 van de Handleiding Burgerschap Funderend Onderwijs.

(bron: SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap.

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze lesmaterialen:

Overzicht aanbieders lesmateriaal

Op onze website vind je per thema een overzicht van aanbieders van lesmateriaal: lesmateriaal burgerschap gespecialiseerd onderwijs

Vakportalen burgerschap (so en vso) – SLO

Op de websites Vakportaal burgerschap (so) en Vakportaal burgerschap (vso)  van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over democratische waarden vind je onder meer bij de thema’s: burgerschap (specifiek), burgerschap (geïntegreerd), wereldburgerschap, democratische rechtsstaat en kinder- en mensenrechten.

NPO Kennis

NPO Kennis is een kennisplatform met explainers en informatieve story’s over onderwerpen die jongeren bezighouden. Bekijk bijvoorbeeld de collectie over

Wat houdt het in?

Maatschappelijke betrokkenheid gaat over de actieve deelname en verantwoordelijkheid van individuen in de samenleving. Het omvat het begrip van maatschappelijke kwesties, vrijwillige inzet voor het algemeen belang en het streven naar positieve verandering.

Bij dit conceptkerndoel kunnen links worden gelegd met Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB). Burgerschapsonderwijs en burgerschapsactiviteiten bieden veel mogelijkheden tot kwaliteitenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken.

Leerlingen verkennen de eigen mogelijkheden tot maatschappelijke betrokkenheid. Dat kan inzichten opleveren over hun eigen bijdrage aan de samenleving in dagelijkse situaties (kwaliteitenreflectie) en motieven om hun maatschappelijke betrokkenheid verder vorm te geven (motievenreflectie). Door bijvoorbeeld te  onderzoeken welke maatschappelijke organisaties het beste aansluiten bij hun persoonlijke normen en waarden en zich te oriënteren waar ze het beste tot hun recht komen, verbreden en verdiepen leerlingen hun werkbeeld (werkexploratie). Het afwegen van je mogelijkheden voor maatschappelijk handelen en vervolgstappen (hoe bereik ik mijn doel?) kan worden gezien als onderdeel van loopbaansturing. In dit proces kunnen leerlingen hun netwerk gebruiken, of ze kunnen worden geholpen door de school (netwerken). (bron: SLO conceptkerndoelen)

Waar valt aan te denken bij maatschappelijke betrokkenheid?

  • Het lezen van verschillende vormen van literatuur over kinderen en jongeren die zich inzetten om een betere wereld mogelijk te maken.
  • Het opstellen van scenario’s voor verbetering van de eigen omgeving.
  • Het bezoeken van verenigingen en maatschappelijke organisaties in de buurt.
  • Het bijdragen aan het organiseren van maatschappelijke activiteiten binnen of buiten de context van school.
  • Het doelgericht inzetten van digitale media om maatschappelijke misstanden onder de aandacht te brengen.
  • Het reflecteren op de eigen bijdrage aan een maatschappelijk doel.

In havo/vwo 3 (voortgezet speciaal onderwijs, uitstroomprofiel onderwijs):

Kennis en vaardigheden – speciaal onderwijs

  • Leerlingen verwerven kennis over de taken, rollen, rechten en plichten van burgers in de samenleving.
  • Leerlingen verkennen welke middelen ingezet kunnen worden om individueel en collectief bij te dragen aan maatschappelijke veranderingen.
  • Leerlingen oriënteren zich op de rol en betekenis van maatschappelijke initiatieven, bewegingen en organisaties.
  • Leerlingen zijn in staat de eigen bijdrage aan de samenleving in dagelijkse situaties te benoemen en te waarderen.
  • Leerlingen verkennen hun  mogelijkheden om de eigen maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven.

Onderbouw

  • In de onderbouw kan een eerste stap worden gezet naar maatschappelijke betrokkenheid door te wijzen op onze voorzieningen. Van water uit de kraan, , vuilnisbakken en de openbare weg maken we elke dag gebruik. Maar wie zorgt ervoor? En kun je zelf ook een bijdrage leveren aan schoon water of een schoon schoolplein?
  • Maatschappelijke betrokkenheid ziet men bij basisschool de Ark in IJsselstein terug in de goede doelen die zij steunen met Pasen. Hiervoor kiest zij een goed doel dat dicht bij de belevingswereld van de kinderen ligt. Basisschool De Loofboom heeft zelfs een aparte commissie voor maatschappelijke betrokkenheid ingesteld.

Bovenbouw

  • Young Impact is een stichting die jongeren helpt de wereld te verbeteren op een manier die bij hen past.
  • Via DeSamenwerking.nu wordt de school aan verschillende maatschappelijke partners in de wijk gekoppeld. Expertisepunt Burgerschap sprak met hen over het project ‘de Opgroeiwijk’.
  • Het lezen van jeugdliteratuur kan eveneens de maatschappelijke betrokkenheid vergroten. Zie bijvoorbeeld de boekenlijst van Anne van Mechelen ter inspiratie.
  • In de bovenbouw kan een bezoek worden gebracht aan de lokale voedselbank, als tenminste vooraf afgewogen wordt of dit voor een of meer leerlingen gevoelig kan liggen. Vooraf en achteraf kan armoede als maatschappelijk vraagstuk besproken worden.

Kennis en vaardigheden – voortgezet speciaal onderwijs

  • Leerlingen verwerven kennis over de taken, rollen, rechten en plichten van burgers in de samenleving.
  • Leerlingen onderzoeken welke middelen ingezet kunnen worden om individueel en collectief bij te dragen aan maatschappelijke veranderingen.
  • Leerlingen onderzoeken de rol en betekenis van maatschappelijke initiatieven, bewegingen en organisaties.
  • Leerlingen kunnen de eigen bijdrage aan de samenleving in dagelijkse situaties benoemen en waarderen.
  • Leerlingen maken afwegingen over de eigen mogelijkheden om de hun maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven.

Onderbouw

  • Young Impact is een stichting die jongeren helpt de wereld te verbeteren op een manier die bij hen past.
  • Tijdens de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) zetten jongeren tussen de 12 en 30 jaar zich vrijwillig in voor een ander. Hierbij kunnen ze hun talenten ontdekken en ontmoeten ze andere mensen.

Bovenbouw

De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap.

  • Tijdens de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) zetten jongeren tussen de 12 en 30 jaar zich vrijwillig in voor een ander. Hierbij kunnen ze hun talenten ontdekken en ontmoeten ze andere mensen.
  • Amnesty zet zich in voor mensenrechten. Ze komt op voor deze rechten door middel van onderzoek, acties, handtekeningen inzamelen en brieven sturen. Leerlingen kunnen hierin een rol spelen via de maatschappelijke stage bij Amnesty International.
  • Sommige gemeenten bieden ook maatschappelijke stages aan. Zo biedt gemeente Lelystad via welzijn Lelystad een mogelijkheid aan tot het volgen van een maatschappelijke stage. Gemeente Vijfheerenlanden doet dit via de maatschappelijke diensttijd. Bekijk de website van jouw gemeente of zij iets aanbieden op dit vlak.

De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap.

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze lesmaterialen:

Overzicht aanbieders lesmateriaal

Op onze website vind je per thema een overzicht van aanbieders van lesmateriaal: lesmateriaal burgerschap gespecialiseerd onderwijs

Vakportalen burgerschap (so en vso) – SLO

Op de websites Vakportaal burgerschap (so) en Vakportaal burgerschap (vso)  van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over maatschappelijke betrokkenheid vind je onder meer bij de thema’s: school in de samenleving en wereldburgerschap.

NPO Kennis

NPO Kennis is een kennisplatform met explainers en informatieve story’s over onderwerpen die jongeren bezighouden. Bekijk bijvoorbeeld de collectie over

Wat houdt het in?

Democratische betrokkenheid is belangrijk voor burgerschap. Het uitgangspunt is dat leerlingen leren om verantwoordelijk om te gaan met de democratische waarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit.

Leerlingen leren bij burgerschap hoe ze in verschillende rollen, ook als leerling, kunnen bijdragen aan het vormgeven van de samenleving, waarbij democratische betrokkenheid een belangrijk middel is. Ze leren over invloed en macht, welke mogelijkheden ze hebben om invloed uit te oefenen en hoe trajecten van besluitvorming op allerlei niveaus kunnen worden vormgegeven. Ze leren belangrijke vaardigheden, zoals meningsvorming, respectvol communiceren, aanwenden van invloed, afwegen van belangen en besluitvorming. Deelname aan een democratische cultuur laat leerlingen ervaren dat hun stem gehoord en gewaardeerd wordt en dat ze kunnen bijdragen aan het vormen van de samenleving.

Leerlingen leren dat democratie niet draait om de macht van de meerderheid, maar ook zorg voor de standpunten en belangen van minderheden impliceert. Omdat democratie een vorm van bestuur is die recht probeert te doen aan diversiteit in de samenleving, oefenen leerlingen respectvol om te gaan met standpunten van minderheden en gemarginaliseerde stemmen. Democratie heeft een kracht, maar kan ook kwetsbaar zijn. (Bron: SLO conceptkerndoelen burgerschap)

Waar valt aan te denken bij democratische betrokkenheid?

  • Het samen opstellen van klassenregels.
  • Het deelnemen aan excursies die de werking van de democratie zichtbaar maken, zoals een bezoek aan het gemeentehuis so en vso/vso of een rechtbank (vso).
  • Het organiseren van scholierenverkiezingen.
  • Het maken van een verkiezingsprogramma en van affiches.
  • Het deelnemen aan educatieve simulaties over bestuur en besluitvorming.
  • Het inzetten van digitale polls voor standpuntenbepaling, zoals bijvoorbeeld via Mentimeter of Kahoot.
  • Het opzetten van een leerlingenraad.

In havo/vwo 3:

  • Het mede organiseren van een schooldebat over vraagstukken die in de school spelen.

(Bron (met uitzondering van de links en de een na laatste bullet): SLO conceptkerndoelen burgerschap maart 2024)

Kennis en vaardigheden – speciaal onderwijs

Onderbouw

Leerlingen leren:

  • uitleggen hoe in een democratische rechtsstaat macht en invloed over parlement, regering en onafhankelijke rechtsspraak zijn verdeeld;
  • vergelijken en beoordelen van verschillende vormen van inspraak en besluitvorming in de samenleving;
  • communiceren op een respectvolle wijze;
  • leren omgaan met de wensen en de stem van de minderheid in besluitvormingsprocessen;
  • reflecteren op proces en uitkomsten van inspraak en besluitvorming in de schoolomgeving;
  • over manieren waarop ze besluitvormingsprocessen kunnen organiseren;
  • over manieren om op school of in de eigen omgeving macht te onderzoeken, te organiseren en uit te oefenen.

(Bronnen: SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024 en SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

Bovenbouw

  • De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de volgende leeractiviteiten:
  • Laat leerlingen nadenken over huidige en toekomstige uitdagingen aan de democratische rechtsstaat in relatie tot mondiale thema’s zoals globalisering en technologie.
  • Laat leerlingen reflecteren op bedreigingen van de democratische rechtsstaat zoals polarisering en radicalisering, de kloof tussen arm en rijk, georganiseerde criminaliteit, enzovoort.
  • Daag leerlingen uit om op te komen voor de democratische rechtsstaat, hier en elders.

(Bron: SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

Kennis en vaardigheden – voortgezet speciaal onderwijs

Onderbouw

Leerlingen leren:

  • uitleggen hoe in een democratische rechtsstaat macht en invloed over parlement, regering en onafhankelijke rechtsspraak zijn verdeeld;
  • vergelijken en beoordelen van verschillende vormen van inspraak en besluitvorming in de samenleving;
  • communiceren op een respectvolle wijze;
  • leren omgaan met de wensen en de stem van de minderheid in besluitvormingsprocessen;
  • reflecteren op proces en uitkomsten van inspraak en besluitvorming in de schoolomgeving;
  • over manieren waarop ze besluitvormingsprocessen kunnen organiseren;
  • over manieren om op school of in de eigen omgeving macht te onderzoeken, te organiseren en uit te oefenen.

(Bronnen: SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024 en SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

Bovenbouw

  • De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de volgende leeractiviteiten:
  • Laat leerlingen nadenken over huidige en toekomstige uitdagingen aan de democratische rechtsstaat in relatie tot mondiale thema’s zoals globalisering en technologie.
  • Laat leerlingen reflecteren op bedreigingen van de democratische rechtsstaat zoals polarisering en radicalisering, de kloof tussen arm en rijk, georganiseerde criminaliteit, enzovoort.
  • Daag leerlingen uit om op te komen voor de democratische rechtsstaat, hier en elders.

(Bron: SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze lesmaterialen:

Overzicht aanbieders lesmateriaal

Op onze website vind je per thema een overzicht van aanbieders van lesmateriaal: lesmateriaal burgerschap gespecialiseerd onderwijs

Vakportalen burgerschap (so en vso) – SLO

Op de websites Vakportaal burgerschap (so) en Vakportaal burgerschap (vso)  van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over democratische betrokkenheid vind je onder meer bij de thema’s: burgerschap (specifiek), burgerschap (geïntegreerd), democratische rechtsstaat en leerlingenparticipatie en -inspraak.

NPO Kennis

NPO Kennis is een kennisplatform met explainers en informatieve story’s over onderwerpen die jongeren bezighouden. Bekijk bijvoorbeeld de collectie over

Wat houdt het in?

Maatschappelijke vraagstukken zijn complexe kwesties en uitdagingen binnen de samenleving die van invloed zijn op het welzijn van individuen en de gemeenschap als geheel. Deze vraagstukken hebben invloed op politiek, economie, onderwijs, gezondheidszorg, sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. (bron: SLO conceptkerndoelen)

Binnen dit conceptkerndoel staan deze vraagstukken centraal en kunnen leerlingen afwegen wat hun mogelijkheden zijn om hier iets (of juist niets) mee te doen.

Maatschappelijke vraagstukken zijn problemen die voldoen aan een aantal criteria:

  1. Ze hebben gevolgen voor grote groepen in de samenleving.
  2. Er is een gemeenschappelijke oplossing vereist; de overheid heeft hier meestal een rol in.
  3. Bij het vinden van een gemeenschappelijke oplossing spelen (belangen)tegenstellingen een cruciale rol.

De maatschappelijke vraagstukken waarmee je in de klas aan de slag gaat, sluiten bij voorkeur aan op de ontwikkelingsbehoefte, ontwikkelingsmogelijkheden en leefwereld van de leerlingen. Geef waar mogelijk prioriteit aan actuele vraagstukken. Bij het uitkiezen van de maatschappelijke vraagstukken moet echter ook rekening worden gehouden met de wettelijke eisen van doelgerichtheid en samenhang. Welke concrete leerdoelen koppel je aan het bespreken van de uitgekozen maatschappelijke vraagstukken en hoe worden de vraagstukken in het onderwijs in samenhang aangeboden?

Volgens experts zijn maatschappelijke vraagstukken niet te complex voor basisschoolleerlingen. Wel dienen deze leerlingen bepaalde basisdenkprocessen aan te leren, zoals het zich kunnen verplaatsen in meerdere perspectieven, voorspellingen kunnen doen, keuzes kunnen beargumenteren en besluiten kunnen nemen, zo schrijft Laurence Guerin in dit artikel voor stichting Nivoz.

Ook spreken de conceptkerndoelen over ‘planetaire vraagstukken’. Hiermee doelt men op de uitdagingen en problemen waarmee de aarde wordt geconfronteerd op het gebied van ecosysteem, klimaat en biodiversiteit. Deze vraagstukken hebben betrekking op de impact van menselijke activiteiten en de gevolgen daarvan voor de toekomstige generaties en het ecosysteem (bron: SLO conceptkerndoelen)

Bekijk meer inspiratie en informatie de website SocialeVraagstukken.nl.

Waar valt aan te denken bij maatschappelijke vraagstukken?

Concreet kan er worden gedacht aan de volgende uitwerkingen:

  • Het voeren van een gesprek over maatschappelijke vraagstukken aan de hand van een themahoek, prentenboek of nieuwsberichten.
  • Het maken van een maquette voor een toekomstbestendige wijk.
  • Het onderzoeken wat de impact is van je persoonlijke leefstijl op de planeet.
  • Het geven van je mening of het houden van een eenvoudig betoog over een maatschappelijk vraagstuk na het lezen, beluisteren of bekijken van teksten of het bekijken van een film of documentaire over dit onderwerp. Zie bijvoorbeeld Movies That Matter voor films over mensenrechten en maatschappelijke vraagstukken.
  • Het verkennen van verschillen in de wereld door middel van wiskunde en digitale media, door bijvoorbeeld verschillen in inkomen, bevolkingsdichtheid en klimaat te berekenen op basis van gepubliceerde, betrouwbare gegevens.
  • Het bedenken van een praktisch uitvoerbare oplossing voor een maatschappelijk vraagstuk dat binnen de eigen regio speelt en deze oplossing aanbieden aan een gemeente of provincie. Om dit te organiseren kun je bijvoorbeeld contact opnemen met de griffie van je gemeente of provincie.
  • Het onderzoeken en vormgeven van kunstuitingen over maatschappelijke misstanden.
  • Het achterhalen van verschillende perspectieven op vraagstukken aan de hand van brononderzoek.

In havo/vwo 3:

  • Het inzetten van scenariodenken als middel om tot een mogelijke oplossing van een maatschappelijk of planetair vraagstuk te komen.
  • Tijdens een snuffelstage of bedrijfsbezoek onderzoeken in hoeverre er rekening wordt gehouden met maatschappelijke en planetaire belangen.

(Bron (met uitzondering van de links): SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024)

Kennis en vaardigheden – speciaal onderwijs

Leerlingen leren benoemen welke belangen en perspectieven een rol spelen binnen actuele, maatschappelijke en planetaire vraagstukken.

  • Leerlingen leren uitdrukking te geven aan hun persoonlijke idealen en opvattingen. Ze leren te reflecteren op hoe hun eigen identiteit en waarden hun handelen kunnen beïnvloeden.
  • Leerlingen verkennen welke individuele en collectieve bijdragen aan oplossingen mogelijk zijn.

(Bron: SLO Conceptkerndoelen burgerschap, maart 2024)

Onderbouw

  • In de onderbouw kan filosoferen over een ingebrachte vraag een mooi startpunt zijn voor een gesprek over een maatschappelijk vraagstuk. Verschillende aanbieders, zoals Kleine Grote Denkers of Centrum Kinderfilosofie, bieden hiervoor respectievelijk methoden en gastlessen aan.
  • Digitale geletterdheid wordt net als burgerschap in de toekomst toegevoegd als leergebied. Hier zijn combinaties denkbaar, denk bijvoorbeeld aan het bespreken van omgangsvormen op sociale media.

Bovenbouw

  • In de bovenbouw kun je met Nieuwsbegrip werken aan je burgerschaps- en leesonderwijs. Bij Nieuwsbegrip komen maatschappelijke vraagstukken voorbij.
  • Scholen kunnen kiezen voor vormingsonderwijs. Bij dit type onderwijs bespreken vormingsdocenten soms ook maatschappelijke vraagstukken. Bekijk de website van het Centrum voor Vormingsonderwijs voor meer informatie. Zie ook hier voor een webinar over vormingsonderwijs van VOS/ABB en Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO).

Kennis en vaardigheden – voortgezet speciaal onderwijs

  • Leerlingen leren te analyseren welke belangen en perspectieven een rol spelen binnen actuele, maatschappelijke en planetaire vraagstukken.
  • Leerlingen leren uitdrukking te geven aan hun persoonlijke idealen en opvattingen.
  • Leerlingen leren te reflecteren op hoe hun eigen identiteit en waarden hun handelen kunnen beïnvloeden.
  • Leerlingen verkennen welke individuele en collectieve bijdragen aan oplossingen mogelijk zijn.

Onderbouw

  • In de onderbouw zijn vele vakken geschikt voor het bespreken van maatschappelijke vraagstukken. Dit kan bijvoorbeeld bij geschiedenis, aardrijkskunde, economie of biologie. Het is verstandig om een met alle vakdocenten af te stemmen hoe de vraagstukken besproken worden (selectie van onderwerpen en gekozen didactiek).
  • Digitale geletterdheid wordt net als burgerschap in de toekomst toegevoegd als leergebied. Hier zijn combinaties denkbaar, denk bijvoorbeeld aan het bespreken van de potentiële risico’s van kunstmatige intelligentie.

Bovenbouw

De conceptkerndoelen gelden niet voor de bovenbouw. Voor de bovenbouw worden nieuwe examenprogramma’s ontwikkeld waarin meer aandacht zal zijn voor burgerschap.

  • In de bovenbouw is het vak maatschappijleer een logische plek om maatschappelijke vraagstukken te analyseren. Momenteel werkt de vakvernieuwingscommissie van SLO aan de actualisatie van het examenprogramma. Zie hier voor de stand van zaken omtrent het vak maatschappijleer. Maatschappelijke vraagstukken kunnen en zullen natuurlijk ook aan de orde komen bij andere gammavakken, talen, exacte vakken en kunstvakken.
  • Ook de vakvernieuwingscommissies van andere examenvakken hebben de opdracht gekregen om burgerschap te verwerken in de programma’s. Zie de hoofdpagina voor de algemene stand van zaken
  • Voor het tijdschrift Dimensies schreven SLO-curriculumontwikkelaars Han Noordink en Luuk Kampman een artikel over de plek van burgerschap binnen de huidige curriculumherziening. In dit artikel nemen ze de lezer mee in een aantal uitdagingen die een rol spelen bij de ontwikkeling van de kerndoelen burgerschap en de actualisatie van de examenprogramma’s maatschappijleer. In het artikel besteden ze ook aandacht voor andere vakken waar maatschappelijke vraagstukken een plek hebben of kunnen krijgen. Zie hier voor het artikel.

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze lesmaterialen:

Overzicht aanbieders lesmateriaal

Op onze website vind je per thema een overzicht van aanbieders van lesmateriaal: lesmateriaal burgerschap voortgezet onderwijs

Vakportalen burgerschap (so en vso) – SLO

Op de websites Vakportaal burgerschap (so) en Vakportaal burgerschap (vso)  van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over maatschappelijke vraagstukken vind je bij bijna alle thema’s.

NPO Kennis

NPO Kennis is een kennisplatform met explainers en informatieve story’s over onderwerpen die jongeren bezighouden. Bekijk bijvoorbeeld de collectie over

Blijf op de hoogte!

Schrijf je net als 7200 andere
onderwijsprofessionals in voor
onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*