Om burgerschap in het mbo te versterken zijn er vijf verenigingsafspraken gemaakt die door de leden van de MBO raad zijn geformuleerd en vastgesteld. Eén van die afspraken betreft het voornemen dat docenten worden aangesteld op basis van een bekwaamheidsprofiel en dat ze waar nodig worden bijgeschoold. Het ministerie van OCW heeft professionalisering van basisvaardigheden hoog op de agenda gezet. Dit was de aanzet voor het ontwikkelen van de leergang burgerschap. De leergang wordt verzorgd door zes hogescholen die samen de leeruitkomsten hebben geformuleerd. Om een beeld te krijgen van de inhoud ging onze adviseur burgerschap Brigitte van de Koevering in gesprek met Jeroen Janssen docent bij Gilde die de leergang volgt en met Farouk El Mouhajir die samen met een collega het incompany-traject in Roermond verzorgt.
Meer informatie over de leergang
Door Brigitte van de Koevering
De dilemma’s bij professionalisering
Aan het woord is Jeroen. Behalve docent is hij ook innovator gepersonaliseerd leren. Jeroen geeft les aan alle opleidingen binnen Zorg & Welzijn. Voor de werving van de leergang burgerschap nam per team minimaal één docent deel. “Sommigen van mijn collega’s twijfelden over de tijdsinvestering. De meesten geven naast burgerschap nog andere vakken. Waar kies je dan voor als het gaat om professionalisering? Ik was direct enthousiast, juist nu met de komst van alle nieuwe ontwikkelingen is het tijd om een verdiepingsslag te maken. De eerste bijeenkomst ging over stromingen binnen de samenleving. Daar kreeg ik voorafgaand aan de start van de leergang een vraag over, dan word je al direct aangezet tot nadenken. De werkvormen waren een combinatie van kennisoverdracht en met elkaar het gesprek aangaan. Bijvoorbeeld over de stelling ‘wat maakt jou een (wereld)burger?’ Je krijgt artikelen aangeboden en je gaat aan de slag met een portfolio. Op basis van dit portfolio volgt certificering. Gedurende de leergang kun je in gesprek gaan over je portfolio en ontvang je feedback.”
Wat valt er te kiezen?
Farouk El Mouhajir werkte ooit als docent burgerschap bij het Koning Willem 1 College in Den Bosch. Hij kent het mbo als geen ander. Bij Fontys is hij sinds dit jaar betrokken bij de leergang burgerschap die dus nog door vijf andere hogescholen, verspreid over het hele land, wordt aangeboden. Het gaat om een tijdelijke leergang aangeboden voor de kalenderjaren 2024-2025. Die verdeling over het land bepaalt voor een groot deel de keuze waar de leergang wordt afgenomen. Maar ook qua inhoud valt er iets te kiezen. Het is dus interessant om het aanbod met elkaar te vergelijken.
Volgens Farouk wordt van de incompanytrajecten al volop gebruik gemaakt maar loopt het nog niet storm met losse aanmeldingen bij de leergang van Fontys Hogeschool Tilburg. “Het voordeel van incompagny is dat scholen een opmaattraject op locatie krijgen dat aansluit op de visie van de school. De eerste afspraak van de vijf verenigingsafspraken luidt dat elke school een eigen visie expliciteert en deze zichtbaar maakt. Dat kan een visie zijn gestoeld op religie of op basis van kenmerken van de regio.
Het vakmanschap van de docent is bepalend
Farouk vertelt: “Het blijkt dat burgerschap vaak gegeven wordt door mensen zonder een specifieke bevoegdheid zoals omgangskunde, geschiedenis of maatschappijleer. Bij deze groep ‘onbevoegden’ is er sprake van handelingsverlegenheid als het gaat om het overbrengen van kennis over politiek-juridische aspecten en het voeren van schurende gesprekken. De leergang bij Fontys legt de focus op kennis over de democratische rechtstaat, dat de vorm van een hoorcollege kan hebben. Als het gaat om sociaal maatschappelijke ontwikkeling is er veel aandacht voor het aanleren van strategieën over hoe om te gaan met polarisatie en conflicten. Een opdracht na afloop van een bijeenkomst kan dan zijn om een les te ontwerpen rondom een thema dat spanningen in de klas oproept. Het gaat erom dat je praktische vaardigheden en wijsheid ontwikkelt. Studenten ervaren soms hoe de aandacht voor een gevoelig onderwerp meer kwaad doet dan goed. Docent zijn is een ambacht dat je moet blijven oefenen. Farouk benadrukt dat de democratische rechtstaat wordt benaderd vanuit de toekomstige kwalificatie-eisen. “De leergang anticipeert op de nieuwe wet en richt zich op groepsprocessen versus het individuele belang, wij-zij-denken en hoe je je kunt openstellen voor perspectiefwisseling en diversiteit.”
Kalibratie sessies
Farouk legt uit hoe er wordt gewerkt aan certificering. “Met aanwezigheid alleen ben je er nog niet. Aan de hand van een verantwoordingsdocument gaan deelnemers aan de slag met de leeruitkomsten. Voor iedere fysieke bijeenkomst wordt een voorbereiding gevraagd. Na afloop volgt een verwerkingsopdracht. Dat kan een lessenreeks zijn of een reflectieverslag. Deze producten vormen samen een portfolio. De hogescholen hebben ieder hun eigen onderwijsconcept maar de leeruitkomsten waarmee wordt gewerkt komen overeen. De waardering is hetzelfde en er wordt landelijk gekalibreerd. Dat wil zeggen dat Fontys de eigen deelnemers beoordeelt maar dat we de uitkomsten landelijk bespreken. Dat maakt dat we gezamenlijk de kwaliteit borgen en bijstellen daar waar nodig.”
Jeroen: “Ik was al intrinsiek gemotiveerd om de leergang te volgen al was het alleen maar om bevestigd te worden dat ik het goed doe. En mijn ambitie wordt aangewakkerd. Inhoudelijk word je geïnspireerd om lessen sterker te maken. Ik denk nog meer na over wat ik aanbied. In het kader van internationalisering heb ik Isabelle Weykmans, Belgisch minister voor werkgelegenheid, cultuur en sport uitgenodigd. We delen het woongebied van de Maas-Rijn regio. Studenten hebben collages gemaakt en waren echt onder de indruk van haar bezoek. Ik wil werk maken van het vak burgerschap. Of ik nu een transgender uitnodig of een minister, mijn lessen worden er zeker beter van.”