Wat ‘goed’ burgerschapsonderwijs is dat bepalen we zelf op basis van de idealen en wat de leerlingen nodig hebben. Dit resulteert in goed onderwijs met concrete leerdoelen, bijpassend aanbod en zicht op de resultaten. Een noodzakelijke check is of de school daarmee ook voldoet aan de wettelijke eisen. Deze pagina informeert je over de kaders en de ondergrens die in de wettelijke opdracht is vastgelegd.
Artikel 8, derde lid en lid 3a, van de Wet op het primair onderwijs (WPO) is per 1 augustus 2021:
3. Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie op doelgerichte en samenhangende wijze, waarbij het onderwijs zich in ieder geval herkenbaar richt op:
a) Het bijbrengen van respect voor en kennis van basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals verankerd in de Grondwet, en de universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens, en het handelen naar deze basiswaarden op school;
b) het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties die de leerling in staat stellen deel uit te maken van en bij te dragen aan de pluriforme democratische samenleving; en
c) het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid alsmede de waarde dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden.
3a. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een schoolcultuur die in overeenstemming is met de waarden, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, creëert een omgeving waarin leerlingen worden gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met en het handelen naar deze waarden en draagt voorts zorg voor een omgeving waarin leerlingen en personeel zich veilig en geaccepteerd weten, ongeacht de in het derde lid, onder c, genoemde verschillen.
Om op een constructieve en vreedzame manier samen te kunnen leven, is het nodig dat we de spelregels van de samenleving kennen en delen. Kinderen worden niet geboren met een “democratisch gen” en krijgen niet altijd vanzelfsprekend vanuit huis kennis en respect mee voor de basiswaarden van onze samenleving. Dit vraagt van scholen hen kennis en respect voor de basiswaarden bij te brengen en leerlingen uit te dagen dagelijks met de essentie van die basiswaarden te oefenen. Scholen zijn belangrijke ontmoetingsplaatsen. Juist de omgang met medeleerlingen die anders zijn of andere denkbeelden op na houden, stelt leerlingen in staat een onderlinge verdraagzame houding te ontwikkelen.
Actief burgerschap is de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de Nederlandse samenleving en daaraan een actieve bijdrage te leveren.
Sociale cohesie legt de nadruk op gelijkwaardigheid en gedeelde waarden ongeacht ieders achtergrond. Het gaat om het leren samenleven met elkaar. Dat alle burgers deelnemen aan de maatschappij en bekend zijn met en betrokken bij uitingen van de Nederlandse cultuur in haar verscheidenheid.
Scholen houden ruimte om zelf inhoud en vorm te geven aan burgerschapsonderwijs. Dit is in lijn met de vrijheid van onderwijs. Er is wel een gemeenschappelijke verbindende kern verplicht voor alle scholen waarop het onderwijs zich in ieder geval herkenbaar dient te richten.
Deze elementen vormen in de onderwijspraktijk de minimale kern waaraan een school moet voldoen bij de bevordering van het respect voor en de kennis van de basiswaarden vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Verder staat het scholen vrij om bovenop deze basiswaarden, andere waarden uit te dragen. Tenzij deze schooleigen waarden in tegenspraak zijn met de basiswaarden, dat mag namelijk niet.
De wet introduceert de begrippen ‘doelgericht’, ‘samenhangend’ en ‘herkenbaar’. Dit doet een direct beroep op de kwaliteitszorg van scholen. Scholen moeten:
In het schoolplan dient iedere school een beschrijving te geven van het onderwijskundig beleid. Dit onderwijskundig beleid bevat de uitwerking van de wettelijke voorschriften die gaan over de uitgangspunten, de doelstelling en inhoud van het onderwijs. De burgerschapsopdracht vormt één van de uitgangspunten en doelstellingen.
In het schoolplan zijn de volgende zaken opgenomen:
In de schoolgids worden bij de doelen van het onderwijs de doelen op het terrein van burgerschapsvorming meegenomen en de resultaten die worden nagestreefd. Ook hier worden uitkomsten uit de monitoring, en de genomen maatregelen daarop, vermeld.
Burgerschap geef je niet alleen vorm in het onderwijsprogramma, maar breng je ook in de praktijk. Het maakt structureel onderdeel uit van de cultuur van de school. Alleen wanneer actief wordt geoefend en voorbeeldgedrag zichtbaar is, worden burgerschapsvaardigheden geïnternaliseerd en neemt het leereffect toe. Bestuurders, leraren, ondersteunend personeel en vrijwilligers binnen de school vervullen een voorbeeldrol en functioneren als rolmodel. Door de democratische spelregels voor te leven, ontstaat een schoolcultuur die in overeenstemming is met de basiswaarden en wordt een respectvolle, veilige oefenplaats geboden waarin geoefend kan worden.
De school heeft grote vrijheid hier zelf kleur aan te geven vanuit de eigen identiteit. Wel geldt er qua schoolcultuur een zekere ondergrens. Concreet zal de Inspectie van het Onderwijs toezien op de naleving van het volgende: draagt de school zorg voor een schoolcultuur waarin alle medewerkers de basiswaarden van de democratische rechtsstaat als centrale spelregels hanteren en voorleven?
Deze basiswaarden als centrale spelregels zijn als volgt uitgewerkt:
Leraren leren leerlingen dat er ook grenzen zijn aan de vrijheid van meningsuiting of vrijheid van godsdienst. Juist wanneer opvattingen wringen, biedt de school een belangrijke oefenplaats. In een vitale democratische rechtstaat is er altijd ruimte voor verschillen van opvatting. Belangrijk is dat alle discussies kunnen worden gevoerd, maar wel op respectvolle wijze en met kennis van en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Binnen de school moeten deze gesprekken worden gefaciliteerd, zodat leerlingen de bagage wordt geboden om als volwaardig burgers aan de samenleving deel te nemen. Scholen kunnen daartoe ook bijzondere momenten en herkenningspunten aangrijpen om met elkaar in gesprek te gaan. Bekijk ook de subsidieregeling ‘Schurende gesprekken’ om het gesprek over verschillen in opvatting vorm te geven bij jou op school.
Burgerschap is een ingewikkeld begrip. Welke invulling eraan wordt gegeven en welke aspecten benadrukt worden, kan ook verbonden zijn met specifieke waarden en normen die voortkomen uit godsdienstige, levensbeschouwelijke of pedagogische grondslag. Bovendien kunnen scholen en hun omgeving sterk verschillen. Scholen houden in de lijn met de vrijheid van onderwijs daarom veel ruimte om zelf inhoud en vorm te geven aan burgerschapsonderwijs.
Er zijn hierin grenzen. Scholen moeten hun onderwijs binnen de grenzen van democratische rechtstaat vormgeven. De basiswaarden van de democratische rechtsstaat, en de daarbij passende competenties zijn belangrijke gedeelde uitgangspunten en vormen de kern op iedere school. Onderwijs dat de basiswaarden ondermijnt, of leerlingen oproept zich daartegen af te zetten, is strijdig met de wet.
Om te helpen bij invoeren van burgerschap op school zijn er in samenwerking met de VO-raad en de PO-Raad 6 video’s gemaakt:
1. In deze video vertellen we je hoe je een doelgericht en samenhangend aanbod van burgerschapsonderwijs maakt.
2. In deze video gaan we in op de basiswaarden en maatschappelijke competenties.
3. In deze video vertellen we hoe het schoolklimaat burgerschap kan bevorderen.
4. In deze video vertellen we je hoe je kunt werken met de ijkpunten voor goed burgerschapsonderwijs.
5. In deze video vertellen we je hoe je kunt vaststellen wat er op jouw school al gebeurt en wat er nog nodig is voor de invoering van goed burgerschapsonderwijs.
6. In deze video vertellen we hoe je de resultaten van burgerschap in kaart kunt brengen.
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op het feit of scholen zich aan de wet houden, zo ook de wettelijke burgerschapsopdracht. Die opdracht bevat minimumeisen waaraan iedere school moet voldoen. Verder kan het burgerschapsonderwijs ingevuld worden op een manier die past bij de missie van de school of instelling. Scholen en instellingen kunnen daardoor rekening houden met wat leerlingen of studenten nodig hebben en met wensen van ouders en de omgeving. En ze kunnen in hun burgerschapsonderwijs aansluiten bij hun levensbeschouwelijke visie en ideeën over onderwijs en leren.
Deugdelijkheidseis en drie invalshoeken
De opdracht tot bevordering van burgerschap is een zogenaamde deugdelijkheidseis. Daarbij is sprake van een inspanningsverplichting, die besturen vraagt alles te doen wat nodig is om de opdracht tot bevordering van burgerschap te realiseren, zodanig dat het onderwijs op de school aan de wettelijke eisen voldoet. De wettelijke bepalingen moeten dus op school in de praktijk worden gebracht en zichtbaar zijn. Volgens de Inspectie vraagt de wet aandacht voor drie invalshoeken:
> Lees hier over de drie invalshoeken van burgerschapsonderwijs voor po, vo en so
Vanuit deze invalshoeken ziet Inspectie toe op het volgende:
Relevante standaarden op schoolniveau
De kwaliteitsstandaarden uit het inspectietoezicht die over burgerschap gaan zijn per 1 augustus 2023 herzien. Burgerschap is sindsdien opgenomen in de nieuwe standaard ‘Basisvaardigheden’ (OP0). Met ingang van 1 augustus 2023 wordt er van scholen verwacht hier invulling aan te geven (meer informatie over deze aanpassing lees je in dit actueelbericht). Dat betekent dat de inspectie toeziet op alle eisen uit de wet, en waar dat nodig is een herstelopdracht zal geven en zo nodig ook handhavend zal optreden indien er niet aan de gegeven herstelopdracht wordt voldaan. Overige relevante standaarden op schoolniveau zijn opgenomen in het onderstaande overzicht.
De wet vraagt:
1) Actief burgerschap en sociale cohesie op doelgerichte en samenhangende wijze te bevorderen (standaarden OP0, OP2, OR2).
waarbij de volgende elementen op herkenbare wijze terugkomen in het onderwijs:
2) kennis van en het respect voor basiswaarden van de democratische rechtsstaat worden bevorderd (standaarden OP0, VS1, VS2);
3) sociale en maatschappelijke competenties worden ontwikkeld (standaarden OP0, VS2);
4) de schoolcultuur is in overeenstemming met basiswaarden, leerlingen worden gestimuleerd daarmee te oefenen en de school draagt zorg voor een veilige omgeving waarin leerlingen en personeel zich geaccepteerd voelen (standaarden OP3, VS1, VS2).
> Vind hier de Onderzoekskaders van de Inspectie van het Onderwijs
Aanvullende media en informatie
Kerndoelen die direct of indirect over burgerschap gaan, zijn in het basisonderwijs voor het grootste deel ondergebracht bij het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’. In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Een volledig overzicht van de kerndoelen voor het primair onderwijs vind je hier.
De huidige kerndoelen die direct over burgerschap gaan, zijn:
Andere kerndoelen die in verband kunnen worden gebracht met burgerschap zijn kerndoelen 34, 35, 39,47 en 53. Buiten het leergebied OJW zijn er ook kerndoelen Nederlandse Taal die relevant zijn, waar aandacht is voor discussie, informeren en mediawijsheid. Dit zijn kerndoelen 3, 6, 7 en 8. Daarnaast kent het leergebied Kunstzinnige Oriëntatie ook een kerndoel dat in relatie kan worden gebracht met burgerschap, namelijk kerndoel 56.
SLO maakte voor het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld‘ inhoud- en aanbodsdoelen. Dit kader kan door schoolteams gebruikt worden bij de ontwikkeling van de eigen leerlijn voor burgerschap.
In de lopende curriculumherziening wordt gewerkt aan kerndoelen voor het nieuwe leergebied burgerschap. Burgerschap is één van de negen leergebieden die een plaats krijgt in het curriculum voor alle leerlingen.
Sinds maart 2024 zijn er conceptkerndoelen voor burgerschap beschikbaar. Deze kerndoelen worden op moment van schrijven beproefd op bruikbaarheid in de praktijk. Dit zijn nog geen definitieve versies; deze zullen pas over enkele jaren wettelijk vastgelegd worden. Lees hier meer over het proces en de huidige stand van zaken van de curriculumherziening.
De conceptkerndoelen zoals nu uitgewerkt in het leergebied burgerschap vind je terug op de website van SLO. In september 2024 is daar een addendum bij gepubliceerd. Op deze website zijn de conceptkerndoelen verwerkt onder thema’s. Lees meer in de Handreiking burgerschap funderend onderwijs en startnotitie kerndoelen burgerschap over de ontwikkeling van nieuwe kerndoelen. SLO werkt momenteel aan inhoudslijnen voor het leergebied burgerschap.
"*" geeft vereiste velden aan