De onderwijsinspectie vindt trendbreuk nodig in burgerschapsonderwijs

20 oktober 2022

De onderwijsinspectie: trendbreuk nodig in burgerschapsonderwijs in “de staat van het middelbaar beroepsonderwijs 2022”

Alida Oppers, inspecteur-generaal van het Onderwijs overhandigde , 13 april 2022, de Staat van het Onderwijs aan de onderwijsministers..

Ze gaf in haar aanbiedingsspeech een groot compliment voor de enorme inzet van leraren, schoolleiders, bestuurders, leerlingen en studenten, voor het aanpassingsvermogen. “Jullie hebben er recht op om even goed naar de eindstreep te worden begeleid, ook nu je schoolloopbaan anders is verlopen.”

Echter benoemde ze ook dat al lang vóór corona dat de prestaties burgerschapscompetenties zakten. Ze beschrijft dat het nu de hoogste tijd voor een trendbreuk is.

 

 

 

 

Beeld over burgerschap •

Naast taal en rekenen hoort ook burgerschap bij de basisvaardigheden. Voor burgerschap zien we grotendeels eenzelfde beeld als voor taal en rekenen als het gaat om de sturing, maar er zijn ook verschillen (Inspectie van het Onderwijs, 2022e). Besturen hebben minder zicht op de resultaten bij uitstroom: 40 procent heeft hier geen zicht op voor een deel van of voor alle studenten. Bijna twee derde van de opleidingen heeft wel zicht op de resultaten. In vergelijking met de tevredenheid over de resultaten voor taal en rekenen zijn iets meer besturen (30 procent) en opleidingen (de helft) duidelijk tevreden over de resultaten voor burgerschap. Verder zien besturen en opleidingen voor burgerschapsonderwijs met name het ontbreken van urgentiebesef als grootste belemmering. Besturen geven aan dat ze inzetten op de professionalisering van docenten.

Een visie op burgerschap als basis •

Uit de evaluatie van de Burgerschapsagenda mbo (Den Boer & Leest, 2021) komt naar voren dat versterking van het burgerschapsonderwijs nodig is. De wetgeving over burgerschapsonderwijs is niet erg concreet. De kwaliteit van het burgerschapsonderwijs hangt vaak af van individuele docenten. Uit de interviews met de coördinatoren burgerschapsonderwijs van de scholen in het middelbaar beroepsonderwijs (Den Boer & Leest, 2021) is af te leiden dat het hebben van een visie op burgerschapsonderwijs belangrijk is als basis voor het bepalen van de koers voor het burgerschapsonderwijs. De meeste instellingen hebben zo’n visie, maar de mate waarin deze bijdraagt aan goed burgerschapsonderwijs hangt af van de inhoud van de visie, de vertaling ervan in kaders, richtlijnen en afspraken, en van het draagvlak voor de visie.

Van welke waarden en normen gaan we als onderwijsinstelling uit? Wat willen we studenten meegeven als het gaat om volwassen worden, samenwerken en samenleven? Hoe bereiden wij studenten voor op het leven (in een bepaald beroep en in een diverse maatschappij)? En hoe bepalen we of dat gelukt is? Dit gesprek moet binnen alle lagen op een school worden gevoerd. Ook wij, als inspectie, pakken hierin onze rol, namelijk door de komende jaren met ons toezicht te stimuleren dat scholen die visie op het burgerschapsonderwijs ontwikkelen en uitdragen en dat ze zorgen voor een samenhangend curriculum. En door na te gaan of ze met hun visie niemand buitensluiten. Online

Onderwijs bemoeilijkt socialisatie •

Het online onderwijs heeft de socialisatiefunctie van onderwijs verder bemoeilijkt. Burgerschapsonderwijs werd meer dan andere vakken online gegeven, ook toen studenten alweer naar school mochten gaan (Inspectie van het Onderwijs, 2021f). Dat had tot gevolg dat er volgens docenten en studenten tijdens de burgerschapslessen minder interactie tussen studenten was en dat het lastiger was om gesprekken op gang te brengen en te houden. Er werd wel gesproken over actualiteiten, maar gevoelige onderwerpen, zoals coronascepsis, seksualiteit en radicalisering, werden minder besproken. Volgens docenten komt dit omdat ze online minder makkelijk signalen van studenten kunnen opvangen en daardoor minder goed kunnen inspelen op gedrag en non-verbale communicatie.

Online onderwijs heeft niet alleen impact gehad op het burgerschapsonderwijs, maar ook op de sociale ontwikkeling van de studenten in het algemeen. Twee derde van de studenten gaf aan minder contact met klasgenoten te hebben dan voor de coronaperiode. Het gebrek aan fysiek contact zorgt ervoor dat studenten minder hebben kunnen oefenen met samenwerken of feedback geven. Hierdoor konden ze minder van elkaar leren. Ook kregen studenten minder feedback op hun gedrag, waardoor ze minder leerden van sociaal ongewenst gedrag. Bovendien spreken ze nu vooral klasgenoten uit hun eigen vriendenkring.
Wil je scoren hoe waardevol jouw burgerschapsonderwijs in jouw team of school is, doe de zelfevaluatie van het kennispunt mbo burgerschap.

Doe de zelfevaluatie >

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*