Antisemitisme in het voortgezet onderwijs – onderzoek Anne Frank Stichting

20 februari 2023

Onderzoekbureau Panteia heeft in opdracht van de Anne Frank Stichting onderzoek uitgevoerd naar antisemitische incidenten in het voortgezet onderwijs. Dit is een herhaling van een onderzoek naar antisemitische incidenten in het voortgezet onderwijs dat Panteia in 2013 uitvoerde voor de Anne Frank Stichting. Daarnaast is het ook een gedeeltelijke herhaling van het onderzoek uit 2004 van Research voor Beleid naar agressie en geweld in het onderwijs. De Anne Frank Stichting wilde met het huidige onderzoek het kwantitatief inzicht in de omvang en de aard van antisemitisme op middelbare scholen in Nederland actualiseren en de resultaten vergelijken met die uit het onderzoek van een kleine tien jaar geleden. De Anne Frank Stichting wil de resultaten uit het onderzoek ook gebruiken om haar educatieve middelen gerichter te kunnen inzetten.

Vragenlijst

In de enquête is aan docenten gevraagd hoe vaak zij het afgelopen jaar te maken hebben gehad met grievende opmerkingen of het bagatelliseren van de Holocaust, over de islam of over homoseksualiteit. Omdat in een eerder onderzoek uit 2013 en 2004 nagenoeg dezelfde vragen zijn voorgelegd aan respondenten, kunnen cijfers uit dit onderzoek op hoofdlijnen vergeleken worden met de cijfers uit 2013 en 2004. Tot slot is gevraagd wat docenten vinden van het schoolbeleid ten aanzien van antisemitische voorvallen. Ook is gevraagd hoeveel waarde docenten hechten aan lessen en voorlichting over onderwerpen als discriminatie en antisemitisme en is onderzocht over welke onderwerpen ze graag meer voorlichting of bijscholing zouden willen ontvangen

Conclusies

Wanneer de antwoorden uit 2013 en 2004 worden vergeleken met de antwoorden van docenten in het huidige onderzoek, dan zijn de volgende conclusies te trekken:

  • De geobserveerde frequentie van grievende opmerkingen over Joden of het bagatelliseren van de Holocaust is gestegen ten opzichte van 2013. Waar in 2013 35% van de docenten het afgelopen jaar minstens één keer getuige was van een dergelijk voorval, is dat nu bij 42% het geval. In 2004 lag dit percentage echter nog hoger: 50%. Het ging met name om opmerkingen gerelateerd aan de rivaliteit tussen voetbalclubs en aan het MiddenOostenconflict. Ook gaf één op de tien docenten aan dat zij dat jaar geconfronteerd werden met Holocaustontkenning of -bagatellisering. Daders waren voornamelijk jongens en van autochtone afkomst. Er was echter ook sprake van een relatieve oververtegenwoordiging van Nederlands-Turkse en Nederlands-Marokkaanse jongeren, met name bij incidenten gerelateerd aan het MiddenOostenconflict.
  • De geobserveerde frequentie van grievende opmerkingen over de islam is gedaald: in 2013 gaf 74% van de docenten aan daar het afgelopen jaar minstens één keer getuige van te zijn geweest en in 2004 was dit 70%. In 2022 is dat bij 65% van de docenten het geval.
  • De geobserveerde frequentie van grievende opmerkingen over homoseksualiteit / de lhbti+ gemeenschap is eveneens gedaald: in 2013 gaf 85% van de docenten aan daar het afgelopen jaar minstens een keer getuige van te zijn geweest; nu is dat bij 82% van de docenten het geval. In 2004 lag deze frequentie op 75%.
  • Er kan geconcludeerd worden dat docenten veel waarde hechten aan lessen en voorlichting over zowel goede omgangsvormen (97%), het voorkomen van discriminatie (98%), over de Holocaust (84%), het voorkomen van antisemitisme (92%) en geloofsvrijheid (93%). Ten opzichte van 2013 is alleen het aandeel docenten dat veel waarde hecht aan Holocausteducatie licht gedaald (was 87%). Er blijkt ook enige behoefte aan extra scholing op deze gebieden, voornamelijk over het voorkomen of aanpakken van discriminatie in het algemeen.

Het is onduidelijk waarom de geobserveerde frequentie van grievende opmerkingen over Joden c.q. het bagatelliseren van de Holocaust beperkt is toegenomen ten opzichte van 2013, terwijl de frequentie van grievende opmerkingen over de islam of homoseksualiteit / de lhbti+ gemeenschap is afgenomen in dezelfde periode. Omdat deze laatste twee vormen van discriminatie vaker worden geobserveerd is het vermoeden dat hier ook meer aandacht voor is op scholen.

Het volledige onderzoeksrapport kan je hier lezen.

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*