Conrad Schilder is docent maatschappijleer bij het Huygens College in Heerhugowaard. Uit eigen passie voor het activeren van jongeren in de samenleving heeft hij een burgerschapsproject opgezet. Hij vertelt hier graag meer over.
Aanleiding hiervoor is mijn eigen passie als het gaat om het activeren van jongeren. Dat zij maatschappelijke vraagstukken gaan onderzoeken die spelen in de samenleving. Uit literatuur en wetenschappelijke onderzoeken weten we dat pure kennis overdragen niet persé zaligmakend is , maar dat het wel effectief is wanneer het wordt gekoppeld aan de leefwereld van jongeren. Op deze manier wordt de kennis beter overgedragen. Daarom wilde ik graag een burgerschapsproject ontwikkelen waarbij de leerlingen maatschappelijke vraagstukken uit de directe omgeving zouden onderzoeken.
De gedachte achter het project was dat leerlingen zelf gingen nadenken over vraagstukken in de wijken van Heerhugowaard, de plaats waar zij zelf ook wonen. Denk aan vervuiling of overlast door jongeren. Op deze manier sluit het ook aan bij hun eigen leefwereld. Vervolgens gingen de leerlingen nadenken over bepaalde problemen die zouden kunnen spelen binnen die wijken en gingen ze zelf op onderzoek uit.
De leerlingen moesten zelf personen op straat interviewen en dit filmen. Tijdens het interviewen konden ze ook gelijk een aantal presentatie vaardigheden oefenen. Vervolgens moesten ze van deze filmpjes vlogs maken. Ik heb gekozen voor het maken van een vlog omdat dit ook weer aansluit bij de huidige trend en de leefwereld van de leerlingen. Tot slot moesten ze hun vlog presenteren aan de rest van de klas en hebben zij brieven gestuurd aan de verantwoordelijke wethouder voor het probleem dat zij hebben onderzocht.
Op deze manier pasten zij de kennis toe die zij bij burgerschap en maatschappijleer hebben geleerd. Zij onderzoeken wat een maatschappelijk probleem is, beleven het probleem en denken na over wat de juiste manier is om te participeren en hoe ze dat moeten doen. Ze leren hoe het politieke systeem van het lokale bestuur eruit ziet.
Wij kregen snel reacties van mensen binnen het bestuur. De wethouder was samen met een paar ambtenaren bereid om naar ons toe te komen. Voor die dag hebben wij een projectmatige ochtend bedacht. De leerlingen gingen verder nadenken over wat ze hebben onderzocht en oplossingen bedenken voor de problemen. Deze werden vervolgens gepresenteerd aan de wethouder en ambtenaren. Uiteindelijk zijn de leerlingen zelf ook in gesprek gegaan met de wethouder over het oplossen van een bepaald probleem.
De wethouder heeft zelf gereageerd op bepaalde voorstellen en ook uitgelegd hoe moeilijk het soms kan zijn om een beslissing te nemen, dat je soms bepaalde belangen tegen elkaar op moet wegen.
Ik vond het in het begin een beetje spannend. Ik geef les aan een vmbo bk klas. Politiek is voor deze leerlingen een redelijk abstract begrip; je weet niet of ze het interessant vinden en of ze in gesprek willen gaan met politici. Ze waren echter laaiend enthousiast en gingen er serieus mee om, ook omdat er contact werd opgenomen de wethouder leefde het veel meer en door deze ervaring werden de denkbeelden over democratie positief. Het leek soms of ik zelf politici in de klas had. Het maakt me een trotse docent wanneer ik dat zie.
De beleidsmedewerkers, ambtenaren en politici vonden het project zo’n leuk idee dat ze zelf hebben voorgesteld om de leerlingen systematisch te betrekken bij bepaalde problemen. Toen is het idee ontstaan om een soort belangengroep van leerlingen op te richten. Een groepje van vertegenwoordigers van leerlingen die in gesprek gaan met politici voor het oplossen van een probleem. We zijn nu bezig met het opzetten van zo’n groepje. Er zijn leerlingen die zich hier al voor aanmelden, die het interessant vinden om hieraan deel te nemen.
Mijn advies is om je burgerschapsonderwijs systematisch vorm te geven en te verwerken in het curriculum. Niet dat het enkele keren per jaar gebeurt op projectmatige basis, maar dat het met regelmaat gebeurt en breed wordt gefaciliteerd. Dus niet alleen maar bij één vakgebied. Ik zeg altijd dat de school de democratische rechtsstaat moet ademen. Dat elk vak er aandacht aan besteedt. En dat betekent niet dat je als leerkracht veel meer werk hoeft te leveren. Vaak doen docenten al heel veel, maar zijn ze zich daar niet van bewust. Zo kun je bij elke les een klein stukje burgerschap geven.
Daarnaast is het belangrijk om leerlingen zelf dingen te laten ervaren en ermee te laten experimenteren. Daarbij wil je dat het aansluit op hun eigen leefwereld. Ik denk dat ze dat op lange termijn beter onthouden dan een ingewikkeld verhaal over de stappen van een besluitvormingsproces waarbij puur theoretische kennis wordt overgebracht.