Hoe politiek mag onderwijs zijn?

Datum toegevoegd: 06 juni 2024
  • Sector VO
  • Categorie Onderzoek en publicaties

Doelstelling onderzoek (& onderzoeksvraag)

Mogen scholen leerlingen laten spijbelen wanneer zij willen demonstreren voor een beter klimaatbeleid? Wat voor absentieregels dient een school te hanteren wanneer leerlingen hiertoe een verzoek indienen? Is het soepel omgaan met deze regels verantwoord richting de leerlingen en de samenleving? Kan het organiseren van of deelnemen aan een klimaatdemonstratie worden opgevat als politieke indoctrinatie, of als legitieme wijze werken aan maatschappelijke competenties, zoals gevraagd in de burgerschapsopdracht?

Om een antwoord te geven op deze vragen, beschrijven Anouk Zuurmond en Piet van der Ploeg de filosofische kritiek op het fenomeen indoctrinatie vanuit twee onderwijsfilosofen (Hannah Arendt en Michael Hand) en een bredere intellectuele traditie, namelijk de wijsgerige pedagogiek. Centraal in dit artikel staat de verhouding tussen het socialiseren, het internaliseren van maatschappelijke ideeën en normen, en kritische vorming, het bijbrengen van kennis en vaardigheden die leerlingen in staat stellen om in veranderende omstandigheden zelfstandig tot een eigen oordeel te komen.

Resultaten en conclusies (beantwoording onderzoeksvraag)

Tegen de achtergrond van Hannah Arendt, Michael Hand en de traditie van de wijsgerige pedagogiek, ligt het volgens de auteurs voor de hand om te opteren voor een pedagogisch oordeel zodra leerlingen verzoeken onder schooltijd te willen deelnemen aan een klimaatdemonstratie. Volgens Arendt zou deelname volledig terzijde geschoven moeten worden, aangezien zij een scherp onderscheid aanbrengt tussen politiek en onderwijs. Deelname aan een klimaatmars zou leerlingen onderdeel laat uitmaken van het politieke domein, terwijl leerlingen volgens Arendt nog onvoldoende zijn toegerust voor toetreding tot dit domein. De conceptuele onderscheidingen die Arendt aanbrengt zijn volgens beide auteurs zijn echter niet houdbaar. Op grond van het kennistheoretisch criterium van Michael Hand zou geconstateerd kunnen worden dat het merendeel van kennisclaims van klimaatwetenschappers inmiddels weinig controversieel zijn; er heerst immers brede consensus onder deze groep deskundigen. Dit zegt volgens de auteurs daarentegen nog niets over de praktische vraag hoe om te gaan met eerdergenoemde verzoeken.

Pedagogischer oordelen betekent volgens de auteurs recht doen aan het specifieke, innerlijk tegenstrijdige karakter tussen socialiseren en kritisch vormen:

Als het de keuze van een leerling zelf is om mee te demonstreren in een klimaatmars onder schooltijd, dan probeert de school dat niet te voorkomen, maar wijst de school de leerling op de consequentie. ‘Klimaatspijbelen’ is inderdaad spijbelen. Het spijbelen maakt als vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid deel uit van het demonstreren. Anders had het demonstreren ook in het weekeinde gekund. Dit kan goed aan de leerling uitgelegd worden, eventueel met enige toelichting op het concept van burgerlijke ongehoorzaamheid. Op spijbelen staan sancties. Een passende sanctie in geval van spijbelen om het klimaat is dat de leerling de opdracht krijgt om kennis te nemen van het boek van Maarten Boudry ‘Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat‘ en een paper  schrijft waarin hij uitlegt waarom Boudry geen gelijk heeft en het nodig is om te demonstreren tegen klimaatverandering. In deze benadering wordt de kritisch vormende taak van de school verbonden met de socialiserende taak.” (p. 406-407)

Aanbevelingen voor de onderwijspraktijk

Het maken van de verbinding tussen de socialiserende en kritische vormende taak van een school wordt door de auteurs naar voren geschoven als aanbeveling voor de onderwijspraktijk. Een zelf ontwikkeld voorbeeld hiervan is de Werkplaats ‘Democratisering van kritisch denken‘; een platform waarin beide auteurs samen met Laurence Guerin en Daan van Riet kritisch vormend burgerschapsonderwijs voor mbo-studenten vormgeven. Via dit medium worden leeractiviteiten ontwikkeld die zowel socialiserend (beroepsvoorbereidend) als kritisch vormend zijn (het zelf onderzoeken, beoordelen en bediscussiëren van morele, politieke en maatschappelijke vraagstukken):

In de mbo-opleiding Beauty wordt bijvoorbeeld kritisch nagedacht over schoonheidsidealen, de eis om op een stageplek make-up te dragen en de morele dilemma’s rond de inzet van botox en fillers bij jongeren. Zo worden de studenten niet alleen socialiserend ingewijd in bestaande beroepspraktijken en daarin geldende normen, maar krijgen ze ook de gelegenheid om kritisch-vormend hun eigen opvattingen te ontwikkelen, door beroepsdilemma’s in het licht van politiek-maatschappelijke vraagstukken, juridische kaders en beleid van de beroepsbranche te analyseren.” (p. 405)

Extra: informatie over de auteurs

Piet van der Ploeg is theoloog en lector School of Education & Society bij Academica University of Applied Sciences. Als lector houdt van der Ploeg zich bezig met de bevordering van de oordeelkundigheid van professionals in educatieve en pedagogische contexten. Anouk Zuurmond is neerlandica en filosoof, en universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Beide personen publiceren regelmatig over de uiteenlopende onderwijsgerelateerde onderwerpen.

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*