Contact

Heb je niet gevonden wat je zocht? Neem dan contact op met onze helpdesk via het contactformulier onderaan deze pagina, per e-mail of bel 030 – 285 6611.

Tijdens de meivakantie zijn we telefonisch niet bereikbaar. Dinsdag 6 mei zijn wij weer bereikbaar.

Afbeelding over

Veelgestelde vragen

Hier vind je een overzicht met veelgestelde vragen aan het Expertisepunt Burgerschap en de daarbij horende antwoorden. Staat je vraag er niet tussen? Stel dan je vraag via onderstaand contactformulier of neem telefonisch contact met ons op.

Wettelijke eisen en kaders

  • Wat wordt er precies verwacht en bedoeld met de wettelijke opdracht burgerschap? Welke kerndoelen gelden hierbij?

    De wettelijke opdracht tot bevordering van burgerschap is een opdracht voor alle scholen. De inspectie ziet erop toe dat scholen voldoen aan de wettelijke minimumeisen voor burgerschapsonderwijs. Binnen deze wettelijke kaders kan de school zelf bepalen op welke manier ze het burgerschapsonderwijs invullen; met een eigen visie, eigen doelen en eigen aanpak. Dit geldt evenzo voor de kerndoelen. Deze kerndoelen zijn breed omschreven minimumeisen waar het burgerschapscurriculum op elke school aan moet voldoen. De wet en kerndoelen geven scholen kaders, maar tegelijkertijd veel ruimte. Dat heeft ook te maken met de vrijheid van onderwijs, met name de vrijheid van inrichting.

    Op deze pagina vind je in het linker menu onder andere meer informatie over de wettelijke opdracht, wat er precies verplicht wordt en huidig geldende kerndoelen.

  • Wanneer worden de nieuwe kerndoelen ingevoerd?

    De komende tijd gaat SLO in gesprek over de conceptkerndoelen met het onderwijsveld en experts. Wat is de verwachte bruikbaarheid van deze conceptkerndoelen? En wat hebben scholen nodig om ze succesvol te kunnen invoeren? Juist voor burgerschap zal die invoering extra aandacht vragen. Anders dan voor Nederlands en rekenen en wiskunde bestaan er voor deze leergebieden nog geen kerndoelen. Na deze fase worden de conceptkerndoelen overhandigd aan het ministerie van OCW, start een wetgevingstraject en politieke besluitvorming. Zodra de kerndoelen zijn vastgelegd in de wet zijn deze landelijk van kracht en kunnen ze ingevoerd worden in het funderend onderwijs.
    De conceptkerndoelen gelden voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Aanvullend zullen er functionele conceptkerndoelen burgerschap verschijnen, voor leerlingen die zeer moeilijk lerend zijn of een meervoudige beperking hebben en uitstromen naar arbeidsmarkt en dagbesteding. Deze pagina wordt aangevuld met informatie over de functionele conceptkerndoelen burgerschap zodra deze gepubliceerd zijn. 

  • Wat is de rol van meten en evalueren in burgerschapsonderwijs? Wat verwacht de inspectie hierin?

    Scholen dienen de opbrengsten van hun burgerschapsonderwijs te evalueren en verantwoording daarover af te leggen in schoolplan en schoolgids. Het regelmatig monitoren (‘meten’) van de ontwikkeling van de zelf gestelde burgerschapsdoelen van leerlingen is van belang omdat het scholen helpt het onderwijs af te stemmen op de actuele leerbehoefte van leerlingen en bij te stellen op basis van wat de leerlingen daadwerkelijk hebben geleerd. Het geeft scholen bovendien informatie over de punten waarop verdere ontwikkeling van het onderwijs mogelijk of nodig is. Evaluatie van kwaliteit en monitoring (‘meten’) vormen zodoende één geheel. Geregelde evaluatie is dus noodzakelijk, om te weten of de school het goed(e) doet. Daarnaast komen knelpunten en randvoorwaarden aan het licht, waar maatregelen voor genomen kunnen worden. Zo wordt de aanpak van school zichtbaar.

    Kernvragen die je kunnen helpen zijn:

    • Op welke manier brengen we de resultaten van andere leergebieden in beeld? Kunnen we vergelijkbare manieren gebruiken voor onze burgerschapsdoelen?
    • Hoe volgen we de ontwikkeling van de leerlingen ten aanzien van de gestelde leerdoelen? Welke bestaande instrumenten die wel al hebben kunnen we daarbij gebruiken? Welke doelen hebben we nog minder in beeld?
    • Wat gaat goed en wat vraagt aandacht (schoolbreed, per groep en per leerkracht)?
    • Wat gaan we eraan doen: bijstellen van de aanpak, aanscherpen van de doelen of is er iets anders nodig?
    • Hoe zorgen we ervoor dat de evaluatie van het burgerschapsonderwijs een plaats krijgt binnen onze PDCA-cyclus?

    Op deze pagina vind je meer verdieping over resultaten en kwaliteitszorg.

    De Inspectie geeft antwoord op de vraag ‘Wat betekent de wettelijke eis dat ‘gemonitord’ moet worden?’ tijdens het webinar ‘Naar goed Burgerschapsonderwijs’ op 20 juni 2024. De Inspectie schrijft hierover het volgende op haar website:

    ‘De wet vraagt van de school de burgerschapscompetenties van leerlingen te monitoren. Dat is, zo geeft de wetgever aan, van belang om a) het onderwijs te verbeteren, b) het onderwijs te laten aansluiten bij wat de leerlingen nodig hebben en c) om verantwoording af te leggen. Ook is het belangrijk dat de gegevens valide en betrouwbaar zijn, en gebruikt kunnen worden om te beoordelen of de leerdoelen die de school gekozen heeft worden behaald. De monitoring moet in elk geval informatie geven over de aspecten die de wet noemt: kennis, houdingen en vaardigheden, voor in elk geval de basiswaarden en sociale maatschappelijke competenties.

    Een en ander komt erop neer dat dat de gegevens die de school over de burgerschapscompetenties van de leerlingen verzamelt, gebruikt moeten kunnen worden om deze punten te realiseren. De manier waarop scholen monitoren, kan door de school worden gekozen.’

    Het webinar en meer informatie over onder andere hoe de inspectie toezicht houdt het monitoren van de burgerschapscompetenties van leerlingen vind je hier terug.

    Veel gestelde vragen over het inspectietoezicht op burgerschapsonderwijs vind je hier. In de Onderzoekskaders van de Inspectie komt de eis van monitoring terug in de standaard OR2. Het huidige Onderzoekskader voor het primair onderwijs vind je hier.

Vormgeven van burgerschapsonderwijs

  • Hoe zorg ik ervoor dat we als school echt aan de slag willen met burgerschap in plaats van enkel aan de slag móeten?

    Het vormgeven van burgerschap op school is een continu proces. In de wettelijke opdracht is veel ruimte om eigen invulling te geven. Met name door zelf te bepalen wat jullie leerlingen nodig hebben in hun burgerschapsvorming. Een belangrijke schakel is het formuleren van specifieke eigen doelen en van daaruit te kijken hoe het samenhangt met het onderwijsaanbod dat er al is.

    Zie het vormgeven van burgerschapsonderwijs dus als een kans om met elkaar (professionals, ouders, leerlingen) op school diepgaande gesprekken te voeren over wie jullie leerlingen zijn en wat jullie hen willen meegeven voor hun leven binnen en buiten de school. Met welke uitdagingen hebben zij te maken? De gesprekstool Pas op de Plaats kan hierbij helpen. Dit soort gesprekken zorgt voor veel draagvlak in het team om er mee aan de slag te gaan. Het is daarbij essentieel om prioriteiten te stellen en stapsgewijs te werken aan het realiseren van concrete leerdoelen gekoppeld aan het integrale schoolplan. Begin klein: formuleer een paar concrete leerdoelen waar iedere groep mee aan de slag kan en werk vanaf daar verder.

    Het helpt ook eerst eens te inventariseren naar wat jullie allemaal al doen op het gebied van burgerschapsonderwijs. En daarover in gesprek te gaan: waarom doen we de dingen die we doen? Wat hopen we dat de leerlingen daarvan leren? Dit levert hele goede input voor een doelgericht plan.

    De stappen op deze pagina kunnen je helpen het systematisch aan te pakken. Door deze stappen te doorlopen zul je beter weten hoe je je burgerschapsonderwijs praktisch vormgeeft, in samenhang met de rest van je onderwijs. Op deze pagina vind je onder het kopje ‘hulpmiddelen’ ook verschillende tools die je verder kunnen helpen, zoals de IJkpunten voor goed burgerschapsonderwijs, de Handreiking burgerschapsonderwijs in het funderend onderwijs en de QuickScan Burgerschap.

    Scholen moeten wel voldoen aan de wettelijke eisen voor burgerschapsonderwijs. De inspectie beoordeelt deze eisen als volgt:

    • Doelgericht: De inspectie controleert of de leerdoelen die de school heeft vastgesteld, dekkend zijn voor de wettelijke eisen en concreet geformuleerd zijn.
    • Samenhangend: De inspectie kijkt naar de ordening van het burgerschapscurriculum. Is er een logische planning over vakken en leerjaren, en zijn de gekozen leerdoelen herkenbaar? Welke keuzes de school maakt, is aan de school zelf.
    • Herkenbaar: De inspectie gaat na of het geplande curriculum daadwerkelijk wordt uitgevoerd zoals de school dat heeft vastgesteld.
    • Monitoring: De wet vereist dat scholen de burgerschapscompetenties van leerlingen in kaart brengen. Op dit onderdeel treedt de inspectie nog stimulerend op, wat betekent dat dit onderdeel in schooljaar 2024/25 nog niet beoordeeld wordt. Toch is het belangrijk dat scholen eraan werken om deze monitoring op te zetten.

    Meer over hoe de inspectie de wettelijke eisen beoordeelt lees je hier.

  • Hoe voer ik het goede, uitdagende of moeilijke gesprek over burgerschap met leerlingen?

    Het goede gesprek voeren over burgerschap met leerlingen kan binnen een veilig schoolklimaat, en vergt soms (verdere) professionalisering van het team.

    De school is een samenleving in het klein. Het is een oefenplaats waar leerlingen actief oefenen met vaardigheden die ze nodig hebben om actief deel te nemen aan de samenleving. Op school kan geoefend worden in en met omgangsvormen, basiswaarden, diversiteit, identiteit en democratie. Scholen zijn belangrijke ontmoetingsplaatsen. Juist de omgang met medeleerlingen die anders zijn of er andere denkbeelden op na houden, stelt leerlingen in staat een onderlinge verdraagzame houding te ontwikkelen.

    Een aantal kernvragen die kunnen helpen om aan de slag te gaan met het schoolklimaat zijn:

    • Welke maatschappelijke uitdagingen zien we voor onze leerlingen? Hoe bereiden we ze daar goed op voor?
    • Hoe gaan we met elkaar om binnen de school zodat leerlingen actief oefenen met basiswaarden en burgerschapscompetenties?
    • Hoe zorgen we voor een veilige oefenomgeving?
    • Wat zijn de regels en afspraken binnen de school?
    • Hoe zorgen we dat personeel onze waarden, normen, regels en afspraken voorleven?
    • Hoeveel ruimte hebben we voor gesprekken over meningsverschillen en ‘spannende’ onderwerpen?
    • Hoe zorgen we ervoor dat het complete personeel (onderwijsgevend en onderwijsondersteunend) actief kan bijdragen aan de school als oefenplaats?

    Goed burgerschapsonderwijs vraagt betrokkenheid van het hele team. Het vraagt van alle onderwijsmedewerkers handelingsbekwaamheid in onder andere het creëren van een veilige omgeving, het begeleiden en voeren van een moeilijk gesprek, het voorleven van waarden, normen, afspraken en regels. Medewerkers in de school vervullen namelijk een voorbeeldrol en functioneren als rolmodel. Door de democratische spelregels voor te leven, wordt een respectvolle, veilige oefenplaats geboden waarin geoefend kan worden.

    Een aantal kernvragen die kunnen helpen om aan de slag te gaan met professionalisering zijn:

    • Is het duidelijk welke kennis, vaardigheden en houding nodig zijn bij de onderwijsmedewerkers voor het verzorgen van burgerschapsonderwijs?
    • Zijn leerkrachten bekwaam in het uitvoeren van burgerschapsonderwijs?
    • Zijn er professionaliseringsmogelijkheden voor docenten individueel of voor het hele team?

    Kijk hier voor een overzicht van het professionaliseringsaanbod: professionalisering gespecialiseerd onderwijs

    Het vormgeven van de school als democratische oefenplaats komt ook tot uiting in gesprekken over gevoelige onderwerpen. Juist wanneer opvattingen wringen, biedt de school een belangrijke oefenplaats. In een vitale democratische samenleving is er altijd ruimte voor verschillen van opvatting. Binnen de school kunnen deze gesprekken gevoerd worden, zodat leerlingen kunnen oefenen in het respectvol omgaan met verschillen. Een aanbod van verschillende trainingen om leraren te scholen in het voeren van deze ‘Schurende gesprekken’ vind je op: https://schurendegesprekken.expertisepuntburgerschap.nl/

    Luister ook een van onze podcasts over hoe je gesprekken voert over gevoelige onderwerpen in de klas, hier. Hoe pak je dat aan? Wat doe je beter wel en wat ook niet als leraar? En hoe houd je als professional regie op de kwaliteit van het gesprek?

    Meer over professionalisering en draagvlak lees je hier, meer over schoolklimaat lees je hier.

  • Hoe voer ik het goede, uitdagende of moeilijke gesprek over burgerschap met ouders?

    Burgerschapsvorming heeft een grotere kans van slagen als de leerlingen van je school ervaren dat hun kennis, houding en vaardigheden niet alleen gelden en gedragen worden binnen de school, maar ook buiten de school onderschreven worden. Samenwerking met ouders en partners buiten de school is de investering dus waard!

    De school heeft de taak ouders te informeren over wat de school verstaat onder goed en verantwoord burgerschapsonderwijs, de dagelijkse gang van zaken en de visie van de school op ouderbetrokkenheid. Dit wordt onder andere gepubliceerd in de schoolgids en op de website. Dit is een schriftelijke en eenzijdige vorm van communicatie. Betrek ouders door je te verdiepen in hun beleving. Vraag hen hoe zij tegen (burgerschaps-)vorming aankijken, wat ze verwachten, of ze zorgen hebben over hun kind en wat er naar hun idee goed gaat. Niet alleen op school maar ook thuis, bij opa en oma, op de sportclub etc. Zo zorg je voor een meer evenwichtige en gelijkwaardige vorm van communiceren.

    Zorg als school dat je ouders actief uitnodigt bij het meedenken in de doelen van burgerschapsvorming en/of ze op de hoogte houdt van ontwikkelingen. Je kunt de ouderraad betrekken in de besluitvorming en ontwikkeling, maar ook een ouderavond beleggen om met meer ouders na te denken over de burgerschapsvisie. Koppel terug wat je met de uitkomsten hebt gedaan; hoe het is verwerkt. Daarmee toon je waardering en help je ouders te realiseren dat hun inspanningen er daadwerkelijk toe doen.

    Spreek ouders ook aan op wat de school van hen verwacht. Informeer hen bij een eerste kennismaking over de regels en afspraken op school en de visie op burgerschapsvorming van de leerlingen. Vraag hen of zij deze regels en koers respecteren en onderschrijven. Vraag hen echter ook wat zij van school verwachten en stem wederzijdse verwachtingen op elkaar af. Heb respect voor elkaars situatie en standpunten. Bij een wijzigende leerlingenpopulatie kan het burgerschapsonderwijs ook wijzigen van accenten. Houd dus contact met ouders en blijf afstemmen.

    Met de toolkit ‘Samen met ouders werken aan een fijne school’, ontwikkeld door de Rijksuniversiteit Groningen en het Nederlands Jeugdinstituut, kun je als school aan de slag met vier pijlers om ouderbetrokkenheid te versterken: ‘Werk aan een duidelijke visie’, ‘Maak een groep van ouders’, ‘Versterk de band tussen leerkracht en ouders’ en ‘Stimuleer structurele informatie-uitwisseling’, inclusief praktische activiteiten en tips. Meer informatie over de Toolkit, de training en de bestelwijze vind je op de website www.onderwijsenouders.nl.

  • Heb ik als leraar wel voldoende bagage en professionaliteit om burgerschapsonderwijs vorm te geven?

    Goed burgerschapsonderwijs vraagt betrokkenheid van het hele team. Het vraagt van alle onderwijsmedewerkers handelingsbekwaamheid in onder andere het creëren van een veilige omgeving, het begeleiden en voeren van een moeilijk gesprek, het voorleven van waarden, normen, afspraken en regels.

    Het uitdragen van een duidelijke boodschap vanuit de schoolleiding is daarbij een belangrijke stap. Het is van essentieel belang dat de schoolleiding het goede voorbeeld geeft en hierover helder communiceert; je bent de belangrijkste zender van de verandering.

    Als er draagvlak gerealiseerd is binnen het schoolteam en de visie is afgesproken, is de volgende stap een goede verdeling van rollen en taken vastleggen. Alle onderwijsmedewerkers hebben een taak in het bijbrengen van sociale en maatschappelijke competenties bij leerlingen. Burgerschapsonderwijs is een gezamenlijke verantwoordelijkheid: niet iedereen hoeft alles te kunnen of het voortouw te nemen, maar ieders betrokkenheid is essentieel. Het personeelsbeleid dient hier ook op ingericht te zijn, met afspraken over ondersteuningsmogelijkheden in professionalisering.

    Ook dit valt of staat bij de doelen die jullie als school zelf hebben gesteld. Als jullie bijvoorbeeld hebben besloten dat leerlingen meer moeten oefenen met debatteren en het leren onderbouwen van een mening, dan is de volgende vraag of je als team hier voldoende voor in huis hebt. Zo niet, wie wil je daarover op scholen? Wie gaat de collega’s erin meenemen?  Nogmaals, niet iedereen hoeft alles helemaal te kunnen, zolang de kennis maar wel goed geborgd is.

    Twijfel je aan je professionaliteit op dit vlak? Bekijk het professionalisering gespecialiseerd onderwijs voor een overzicht aan cursussen, trainingen of andere vormen van begeleiding.

    Meer over professionalisering en draagvlak lees je hier.

  • Onze school gebruikt een methode/materialen van curriculum.nu/leerlijnen van SLO. Kunnen we ervan uitgaan dat ons onderwijs daarmee doelgericht en samenhangend is?

    Nee. Een school kan gebruik maken van een methode, materialen die door derden ontwikkeld zijn, zoals de door SLO of anderen ontwikkelde leerlijnen, e.d. Het gaat echter om de leerdoelen die de school nastreeft. Die moeten onder meer zijn toegesneden op wat de leerlingen van de school nodig hebben, en op de context van de school. Dat geldt evenzo voor de leerstof en de ordening daarvan, die moet passen bij de leerdoelen van de school en de context waarin de school onderwijs geeft. Zo zullen de leerdoelen van een school vaak niet gelijk zijn aan die van een algemene methode. Bevordering van burgerschap is bovendien breder, en omvat aspecten als schoolklimaat, voorbeeldgedrag van leraren, pedagogisch en didactisch handelen, situaties voor leerlingen om te kunnen oefenen, e.a. Hoewel methoden of materiaal die door derden zijn ontwikkeld gebruikt kunnen worden, staan de leerdoelen die de school in haar situatie van belang vindt, centraal. Beide zullen doorgaans slechts gedeeltelijk samenvallen. Dit antwoord is overgenomen van de website van de Inspectie van het Onderwijs./accordion]

    Onderwijs heeft niet alleen de taak om kennis bij te brengen, maar ook om betrokken, kritische en verantwoordelijke burgers te vormen. De verantwoordelijkheid voor de invulling van dit cruciale aspect van onderwijs ligt bij de scholen zelf. Dit betekent dat scholen de vrijheid hebben om hun eigen identiteit te omarmen en burgerschapsvorming op een manier vorm te geven die past bij hun visie en waarden, natuurlijk binnen de kaders van de wettelijke burgerschapsopdracht.

    Deze verantwoordelijkheid biedt ruimte voor diversiteit en innovatie binnen het onderwijslandschap. Tegelijkertijd moet het burgerschapsonderwijs doelgericht, samenhangend en herkenbaar vorm worden gegeven. Doelgericht houdt in dat de school concreet formuleert wat leerlingen zullen leren en volgt/evalueert of dat datgene wat beoogt is ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Samenhangend betekent dat de schoolspecifieke visie op burgerschapsvorming duidelijk tot uiting komt in het onderwijsprogramma, dat een gestructureerd en samenhangend geheel vormt voor de leerlingen. En herkenbaar? Het onderwijsaanbod op het gebied van burgerschap moet voor leerlingen zichtbaar en herkenbaar zijn in de praktijk, waarbij het overigens niet nodig is dat de school dit aanbod richting leerlingen als ‘burgerschap’ labelt.

    Wanneer er uitdagingen opduiken zoals de noodzaak tot herstel, is het belangrijk om rustig te blijven. Gebruik een herstelopdracht als een kans om met elkaar (professionals, ouders, leerlingen) op school diepgaande gesprekken te voeren over wie jullie leerlingen zijn en wat jullie hen willen meegeven voor hun leven binnen en buiten de school. Met welke uitdagingen hebben zij te maken? Het is daarbij essentieel om prioriteiten te stellen en stapsgewijs te werken aan het realiseren van concrete leerdoelen gekoppeld aan het integrale schoolplan. Door regelmatige monitoring, evaluatie en aanpassingen wordt het lesaanbod steeds beter afgestemd op de behoefte van jullie leerlingen en het behalen van de doelen.

    Op deze manier wordt burgerschapsvorming niet alleen een integraal onderdeel van het onderwijs, maar ook van de kwaliteitszorg van de school. Het is een proces van voortdurende ontwikkeling, waarin we gezamenlijk werken aan het vormen van de burgers van de toekomst.

    Vanuit het Expertisepunt Burgerschap zijn er gratis adviseurs beschikbaar die je hierbij kunnen helpen. Lees hier meer over de adviseurs.

  • Ik heb een herstelopdracht, omdat mijn beleid onvoldoende samenhangend, doelgericht en herkenbaar is. Wat moet ik doen?

    Onderwijs heeft niet alleen de taak om kennis bij te brengen, maar ook om betrokken, kritische en verantwoordelijke burgers te vormen. De verantwoordelijkheid voor de invulling van dit cruciale aspect van onderwijs ligt bij de scholen zelf. Dit betekent dat scholen de vrijheid hebben om hun eigen identiteit te omarmen en burgerschapsvorming op een manier vorm te geven die past bij hun visie en waarden, natuurlijk binnen de kaders van de wettelijke burgerschapsopdracht.

    Deze verantwoordelijkheid biedt ruimte voor diversiteit en innovatie binnen het onderwijslandschap. Tegelijkertijd moet het burgerschapsonderwijs doelgericht, samenhangend en herkenbaar vorm worden gegeven. Doelgericht houdt in dat de school concreet formuleert wat leerlingen zullen leren en volgt/evalueert of dat datgene wat beoogt is ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Samenhangend betekent dat de schoolspecifieke visie op burgerschapsvorming duidelijk tot uiting komt in het onderwijsprogramma, dat een gestructureerd en samenhangend geheel vormt voor de leerlingen. En herkenbaar? Het onderwijsaanbod op het gebied van burgerschap moet voor leerlingen zichtbaar en herkenbaar zijn in de praktijk, waarbij het overigens niet nodig is dat de school dit aanbod richting leerlingen als ‘burgerschap’ labelt.

    Wanneer er uitdagingen opduiken zoals de noodzaak tot herstel, is het belangrijk om rustig te blijven. Gebruik een herstelopdracht als een kans om met elkaar (professionals, ouders, leerlingen) op school diepgaande gesprekken te voeren over wie jullie leerlingen zijn en wat jullie hen willen meegeven voor hun leven binnen en buiten de school. Met welke uitdagingen hebben zij te maken? Het is daarbij essentieel om prioriteiten te stellen en stapsgewijs te werken aan het realiseren van concrete leerdoelen gekoppeld aan het integrale schoolplan. Door regelmatige monitoring, evaluatie en aanpassingen wordt het lesaanbod steeds beter afgestemd op de behoefte van jullie leerlingen en het behalen van de doelen.

    Op deze manier wordt burgerschapsvorming niet alleen een integraal onderdeel van het onderwijs, maar ook van de kwaliteitszorg van de school. Het is een proces van voortdurende ontwikkeling, waarin we gezamenlijk werken aan het vormen van de burgers van de toekomst.

    Vanuit het Expertisepunt Burgerschap zijn er gratis adviseurs beschikbaar die je hierbij kunnen helpen. Lees hier meer over de adviseurs.

  • Hoe geef ik ons burgerschapsonderwijs praktisch vorm, in samenhang met de rest van ons onderwijs?

    Het vormgeven van burgerschap op school is een continu proces. In de wettelijke opdracht is veel ruimte om eigen invulling te geven. Met name door zelf te bepalen wat jullie leerlingen nodig hebben in hun burgerschapsvorming. Een belangrijke schakel is het formuleren van specifieke eigen doelen en van daaruit te kijken hoe het samenhangt met het onderwijsaanbod dat er al is.

    De ervaring leert dat deze samenhang het beste ontstaat als je met elkaar een helder beeld hebt over de belangrijkste speerpunten en doelen voor jullie burgerschap. Wat is het allerbelangrijkste dat wij onze leerlingen mee willen geven binnen de brede burgerschapsopdracht? Wat hebben zij specifiek nodig om nu en straks deel te kunnen nemen aan de pluriforme democratische samenleving? Waar willen we dan dat ze mee oefenen? En wat zouden ze zelf willen? Dit soort vragen brengt focus aan en maakt het plan specifiek van jullie school.

    De stappen op deze pagina kunnen je helpen het systematisch aan te pakken. Door deze stappen te doorlopen zul je beter weten hoe je je burgerschapsonderwijs praktisch vormgeeft, in samenhang met de rest van je onderwijs. Op deze pagina vind je onder het kopje ‘hulpmiddelen’ ook verschillende tools die je verder kunnen helpen, zoals:

  • Ik wil graag met het hele team aan de slag gaan met ons burgerschapsonderwijs, maar hoe betrek ik ze hierbij?

    Het spel BurgerSmaken kun je gebruiken om op laagdrempelige en ludieke wijze met elkaar als team in gesprek te gaan. Het doel is om verbindingen te leggen en ervaringen uit te wisselen. Daarbij staan de ‘voorleeffunctie’ van de onderwijsorganisatie en ‘de school als oefenplaats’ centraal. De gesprekstool kan terugkerend worden ingezet om te reflecteren op wat goed gaat en wat er beter kan, maar ook om te achterhalen wat belangrijke thema’s zijn.

    Een ander hulpmiddel is Pas op de Plaats. De afbeelding van de school als oefenplaats en de bijbehorende gespreksoefeningen helpen je op weg. Enerzijds geeft de afbeelding zicht op wat er allemaal al (ongemerkt) gebeurt in de school. Anderzijds maakt deze duidelijk waar jouw school een volgende stap kan zetten. Jullie werken aan de hand van dit instrument naar een gezamenlijk kader toe, dat als leidraad kan dienen voor het alledaagse handelen in de school als oefenplaats voor burgerschap. Vervolgens kun je kijken hoe het curriculum aansluit bij de doelen die je met het team hebt besproken.

    Ook is er het spel Gedragen Gedrag. Aan de hand van alledaagse gedragingen in de school van leerlingen en personeel ga je met elkaar het gesprek aan over wat je wel en niet acceptabel vindt en welke waarden daaronder liggen. Zo kom je met elkaar tot gedragen gedrag en kun je met elkaar bespreken wat de waarden in de praktijk betekenen voor gedrag dat je verwacht van burgers in de samenleving.

Hulp en ondersteuning

  • Bieden jullie ook adviseurs aan die ons kunnen helpen bij het vormgeven van ons burgerschapsonderwijs?

    Wij bieden vanuit het Expertisepunt Burgerschap kosteloos advies aan. Onze adviseurs leveren informatie, advies en ondersteuning op maat en op locatie. Ook helpen zij je verder door een gesprek of kortdurende ondersteuning in de school. Hiermee krijg je zicht op de wettelijke eisen, de eigen situatie en de volgende stap die je kunt zetten in het doelmatig en samenhangend vormgeven van burgerschap. Ze wijzen je op allerhande tools en informatie die beschikbaar is. Ze schetsen, indien je langere begeleiding wenst, het aanbod van experts en partijen binnen ons netwerk.

    Ben je geïnteresseerd in de begeleiding van onze adviseurs? Kijk hier voor meer informatie.

  • Is er een manier om te zien wat wij op school impliciet allemaal al doen aan burgerschapsonderwijs?

    De QuickScan Burgerschap helpt een beeld te geven van de stand van zaken met betrekking tot het burgerschapsonderwijs in de eigen school. De uitkomsten geven inzicht: hoe wordt het burgerschapsonderwijs op dit moment in de school ervaren? Het is een hulpmiddel om in gesprek te gaan, zodat je gezamenlijk de koers en ontwikkelpunten kunt bepalen. Concrete handvatten om aan de slag te gaan met de ontwikkelpunten vind je in de bijbehorende Toolbox.

    Het initiatief voor het invullen van de scan kan uit verschillende lagen van de school komen; van schoolleiding tot coördinatoren of leerkrachten. Gebruik de scan om draagvlak te creëren voor het vernieuwen en/of verbeteren van het burgerschapsonderwijs. Door met elkaar de huidige stand van zaken binnen de school te onderzoeken, maak je zichtbaar waar de verbeterpunten (of wensen) zitten. De scan is een hulpmiddel om de beelden die er bestaan rond burgerschap in de school met elkaar te onderzoeken en bespreken. Zo ontstaat er een gemeenschappelijk beeld van de huidige situatie en bepaal je gezamenlijk de gewenste situatie en de ontwikkelpunten voor de komende periode. De scan kan ook dienst doen als (zelf)evaluatie instrument. Het instrument is daarnaast te gebruiken in de kwaliteitscyclus als je de scan jaarlijks uitvoert.

  • Veelgestelde vragen over de QuickScan Burgerschap
    • Waarom kan ik oude scans niet terugvinden?
      De QuickScan Burgerschap is vanaf januari 2024 vernieuwd.  De eerdere QuickScan Burgerschap po (www.quickscanburgerschappo.nl) en QuickScan Burgerschap vo (burgerschap.vo-raad.nl/) zijn vanaf 1 april 2024 offline. Dit betekent dat deze oude accounts/scans niet meer bestaan en je een nieuw account aan moet maken in quickscanburgerschap.nl. Daar kun je nieuwe scans starten. Alle gebruikers van de oude QuickScan Burgerschap po en QuickScan Burgerschap vo zijn hiervan op de hoogte gesteld via verschillende mailingen.
    • Hoe check ik als initiatiefnemer of ik een account in de nieuwe QuickScan-omgeving heb?
      Kijk hiervoor in de bevestigingsmail (met wachtwoord) die je ontvangen hebt na het aanmaken van je QuickScan-account. De afzender is: noreply@quickscanburgerschap.nl.
    • Hoe weten de mensen die door mij uitgenodigd zijn om een scan in te vullen of deze scan in de nieuwe QuickScan-omgeving staat?
      Zij hebben hier een uitnodigingsmail voor ontvangen met een wachtwoord om in te loggen. De afzender is: noreply@quickscanburgerschap.nl.
    • Ik kan na het inloggen de menubalk met de knoppen Over de QuickScan, Mijn scans, Initiatiefnemer en Uitloggen bovenin de pagina niet zien.
      Gebruik de toetsencombinatie CTRL+F5 (voor MacBook: Command + shift + ‘R’) voor een harde refresh van de pagina.
    • Tip bij het inloggen: check of je browser niet automatisch de inloggegevens van je oude QuickScan-account invult.
  • Delen jullie ook beleidsplannen van andere scholen die de inspectie goedkeurde, zodat ik deze kan gebruiken als voorbeeld?

    We merken dat scholen regelmatig behoefte hebben aan ‘inspectieproof’ en goedgekeurde beleidsplannen voor burgerschapsonderwijs. Scholen zoeken voorbeelden die als inspiratie kunnen dienen bij het opstellen van hun eigen beleid. Hoewel we deze behoefte begrijpen, delen wij dergelijke beleidsplannen niet, en lichten we graag toe waarom dit het geval is.

    1. Beleidsplannen zijn contextgebonden
      Een beleidsplan voor burgerschapsonderwijs moet aansluiten bij de specifieke context van een school. Factoren zoals de leerlingpopulatie, de visie en missie van de school, en de manier waarop leerdoelen worden ingericht, spelen hierin een belangrijke rol. Een beleidsplan dat op de ene school goedgekeurd wordt, kan een andere school daarom niet zonder meer overnemen. Wat werkt in de ene schoolomgeving, is niet per definitie geschikt voor een andere school.
    1. Geen garantie op goedkeuring
      Het hebben van een bestaand beleidsplan betekent niet automatisch dat de onderwijsinspectie het automatisch goedkeurt voor een andere school. De onderwijsinspectie beoordeelt elke school op de manier waarop zij de leerdoelen samenhangend en doelgericht afstemt op haar eigen behoeften. Dit vraagt om maatwerk en niet om het simpelweg kopiëren van een voorbeeld.
    1. Privacy en vertrouwelijkheid
      Beleidsplannen van scholen bevatten vaak interne informatie en afwegingen. Wij mogen deze documenten niet delen met derden, om de privacy van scholen en hun beleidskeuzes te waarborgen.
    1. Ondersteuning via de 9 IJkpunten
      We ontwikkelden de 9 IJkpunten voor goed burgerschapsonderwijs om scholen zo goed mogelijk te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun burgerschapsonderwijs. Deze bieden een kader waarmee scholen hun eigen beleid kunnen vormgeven op een manier die aansluit bij hun unieke situatie. Je vindt ze hier: 9 IJkpunten voor goed burgerschapsonderwijs.
    1. Concrete praktijkvoorbeelden in ontwikkeling
      Wij begrijpen dat scholen behoefte hebben aan concrete praktijkvoorbeelden. Daarom werken we dit jaar opnieuw aan vijf uitgebreide schoolvoorbeelden waarin scholen uitlichten hoe zij hun burgerschapsonderwijs hebben ingericht. Deze praktijkvoorbeelden bieden inspiratie en handvatten voor de eigen schoolcontext. Je vindt hier een voorbeeld: Burgerschap op College Zuyd.

    Advies op maat

    Het Expertisepunt Burgerschap staat klaar om scholen te ondersteunen en adviseren bij het ontwikkelen van hun eigen burgerschapsonderwijs. Heeft je school specifieke vragen of behoefte aan begeleiding? Neem gerust contact met ons op. Samen kijken we naar een aanpak die past bij je schoolcontext en ambities op het gebied van burgerschap.

Helpdesk

Voor vragen rondom burgerschapsonderwijs kan je contact met ons opnemen met behulp van onderstaande contactformulier. Wil je liever iemand spreken? Dan kun je maandag t/m vrijdag tussen 9.00 en 16.00 uur bellen naar 030 – 285 6611. Wij beantwoorden je vraag zo snel mogelijk.

"*" geeft vereiste velden aan

Wil je de maandelijkse nieuwsbrief van het Expertisepunt Burgerschap ontvangen?
Vink de sector aan waarvoor je een nieuwsbrief wilt ontvangen.

Medewerkers

Coen Gelinck
Programmamanager

Nathalie Vriezelaar
Coördinator adviseurs po/vo

Niels Dekker
Inhoudelijke ondersteuning

Niels van den Dungen
Medewerker

Remco Drenth
Medewerker

Ruth Notten
Medewerker

Edwin Slijkhuis
Medewerker

Chantal Homburg
Communicatie medewerker

Jaimy van Dongen
Communicatie medewerker

Jessica Ruijssenaars
Communicatie medewerker

Danielle Woudstra
Secretariaat

Blijf op de hoogte!

Schrijf je net als 7200 andere
onderwijsprofessionals in voor
onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*